Akkoord over vangstbeperkingen Oostzee voor 2025
4 min readDe Raad heeft een politiek akkoord bereikt over nieuwe vangstbeperkingen voor de belangrijkste visbestanden van de Oostzee. Het gaat onder meer om haring, kabeljauw, schol, sprot en zalm. Doel is duurzame bestanden en een levensvatbare sector voor de toekomst.
Het akkoord over de totaal toegestane vangsten (TAC’s) en de nationale quota voor 2025 is in overeenstemming met het wetenschappelijk advies van de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES). In het akkoord staat hoeveel elke lidstaat maximaal mag vangen van elk visbestand.
De ministers van Visserij hebben rekening gehouden met milieu- en sociaaleconomische overwegingen omdat ze zowel voor duurzame visserijpraktijken willen zorgen als de bestaansmiddelen van de visserijsector willen ondersteunen.
Vissers zijn voor hun inkomsten afhankelijk van de duurzaamheid op lange termijn van onze visbestanden. Met dit akkoord willen we een evenwicht vinden tussen het helpen herstellen van de visbestanden, het beschermen van mariene ecosystemen en het waarborgen van de levensvatbaarheid van de sector in de toekomst. Aldus István Nagy, Hongaarse minister van Landbouw
Het akkoord in detail:
Haring
Het haringbestand in het centrale deel van de Oostzee is het afgelopen jaar toegenomen tot boven het minimale duurzame niveau. Bovendien zijn de wetenschappelijke prognoses voor dit bestand positief. Daarom heeft de Raad besloten de vangstmogelijkheden met 108% te verhogen, zoals de Commissie had voorgesteld.
De Raad heeft ook de aanbevelingen van de Commissie met betrekking tot haring in de Golf van Riga en de Botnische Golf gevolgd. De vangstbeperkingen worden gezien het positieve wetenschappelijke advies met respectievelijk 10% en 21% verhoogd.
Voor haring in het westelijke deel van de Oostzee heeft de Raad besloten de TAC voor onvermijdelijke bijvangsten van vorig jaar aan te houden, vanwege de lage biomassaniveaus. Onvermijdelijke bijvangsten zijn vissen die onopzettelijk worden gevangen terwijl er op andere soorten wordt gevist. De Raad heeft ook besloten de huidige vrijstelling voor kleinschalige kustvisserij te behouden.
Kabeljauw
Aangezien zowel de kabeljauwbestanden in het oostelijke deel van de Oostzee als die in het westelijke deel van de Oostzee in slechte staat verkeren is er afgesproken opnieuw enkel bijvangsten toe te staan en hiervoor TAC’s vast te stellen, zodat de bestanden kunnen herstellen. Deze TAC’s liggen respectievelijk 28% en 22% lager dan vorig jaar. Bovendien stemde de Raad in met het voorstel van de Commissie om de recreatieve visserij op kabeljauw in het hele gebied te verbieden. Er wordt wel rekening gehouden met incidentele bijvangsten.
Schol
De vangstbeperkingen voor schol blijven gelijk aan die van 2024. De scholbestanden doen het goed, maar omdat vaak onopzettelijk kabeljauw wordt meegevangen terwijl op schol wordt gevist, wordt de TAC niet verhoogd.
Sprot
De Raad volgt het wetenschappelijk advies en is overeengekomen de TAC voor sprot met 31% te verlagen om te voorkomen dat het bestand afneemt tot onder een duurzaam niveau.
Zalm
De Raad heeft besloten de TAC voor zalm in het hoofdbekken met 36% te verlagen en voor zalm in de Finse Golf de TAC van vorig jaar te handhaven.
Bovendien zal de recreatieve zalmvisserij in het hoofdbekken worden beperkt: vissers mogen per dag niet meer dan 1 zalm met ingeknipte vetvin vangen en aan boord houden. Als ze een exemplaar hebben gevangen, mogen ze de rest van de dag niet meer vissen op zalm.
Kever
De Raad heeft ook een besluit genomen over de vangstmogelijkheden voor kever in de Noordzee, een bestand dat door de EU en het Verenigd Koninkrijk wordt gedeeld. Na overleg met het VK kwamen de delegaties overeen voor bijvangsten een EU-limiet van 300 ton vast te stellen.
Volgende stappen
De Raad zal het besluit formeel aannemen in een komende zitting, zodra de tekst in alle talen is bijgewerkt.
Achtergrond
De Raad stelt grenzen aan de hoeveelheid vis die in de EU-wateren mag worden gevangen om te voorkomen dat de visbestanden uitgeput raken. De Raad is de enige instelling die besluiten mag nemen over de TAC’s, en speelt dus een sleutelrol op visserijgebied.
Het akkoord van de Raad is gebaseerd op een voorstel van de Commissie en volgt het wetenschappelijk advies van de ICES. Bovendien strookt het akkoord met de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid en met het meerjarenplan voor de Oostzeebestanden.
Het politieke akkoord in de Raad volgt op overleg binnen BALTFISH, het regionale forum voor de visserij in de Oostzee, dat momenteel wordt voorgezeten door Duitsland.
De Oostzee is de meest vervuilde zee in Europa en er zijn tal van uitdagingen, waaronder biodiversiteitsverlies, klimaatverandering, de gevolgen van overbevissing in het verleden en grote hoeveelheden verontreinigende stoffen en zwerfvuil. Om deze uitdagingen aan te pakken en een duurzame visserij en een gezonde marine omgeving te waarborgen, pleit de EU voor een langetermijn benadering van duurzaamheid.