Positieve ontwikkeling visbestanden Noordzee, wel lager quota-advies
5 min readDe belangrijkste visbestanden voor de Nederlandse visserij in de Noordzee staan er goed voor, aldus de Internationale Raad voor Onderzoek der Zee (ICES). Wel adviseert ICES quotaverlagingen om de bestanden gezond te houden, zodat ook op de lange termijn de doelstelling van de maximaal duurzame oogst (MSY) wordt behaald.
De Europese Raad van Visserijministers stelt eind 2021 de nieuwe vangstquota vast voor 2022. De vangstadviezen van ICES spelen daarbij een belangrijke rol.
ICES geeft op verzoek van de Europese Commissie advies over de maximale hoeveelheden vangst die kunnen worden gerealiseerd binnen de afgesproken doelstellingen in het Europese Visserijbeleid. Vanwege de Brexit wordt er voor alle Noordzeebestanden niet langer een advies met MSY-bandbreedtes gegeven, maar volgt alleen het MSY advies.
Noordzeetong sterk in de lift
Het volwassen Noordzeetongbestand wordt geschat op ongeveer 29.000 ton, maar stijgt in één jaar van onder het limietniveau naar boven het MSY-streefniveau. Hoewel de 2018 jaarklasse iets kleiner wordt ingeschat dan vorig jaar, is deze nog steeds erg groot. Sinds 1997 is de visserijdruk op dit bestand sterk afgenomen naar MSY-streefniveau, waar het nu tegenaan zit. Op basis van de MSY-benadering adviseert ICES een totale vangst van maximaal 15.330 ton tong in de Noordzee.
Scholstand stabiel rond 1 miljoen ton
Het scholbestand in de Noordzee en het Skagerrak fluctueert net onder de 1 miljoen ton, en bevindt zich ver boven het MSY-streefniveau. Door een sterkere jaarklasse uit 2019, die in 2021 wel lager bijgesteld is, zal het bestand nog verder toenemen de komende jaren. De sterke toename van het bestand is vooral gekoppeld aan de forse afname van de visserijdruk. De visserijdruk schommelt sinds 2008 rond het MSY-streefniveau. ICES adviseert op basis van de MSY-benadering een totale vangst van maximaal 142.508 ton schol voor de Noordzee en het Skagerrak.
Bijvangstsoorten tonen gevarieerd beeld
ICES gaf ook vangstadviezen voor een aantal soorten die niet tot de belangrijkste doelsoorten van de Nederlandse visserij horen, maar die wel van waarde zijn omdat ze commerciële bijvangst in de visserij op platvis vormen (tarbot, griet, kabeljauw, wijting, zeebaars).
Tarbot gezond en stabiel bestand
Het tarbotbestand bevindt zich sinds 2013 boven het MSY-streefniveau, en wordt nu op ruim 8.800 ton geschat. De visserijdruk zit al tien jaar rond het MSY-streefniveau. ICES adviseert op basis van de MSY-benadering een totale vangst van maximaal 3.609 ton tarbot in de Noordzee. De schatting van het tarbotbestand zou volgens ICES verder verbeterd kunnen worden door een gerichte jaarlijkse onderzoek survey op de Noordzee. De Nederlandse visserijsector heeft deze handschoen samen met Wageningen Marine Research opgepakt, en startte in 2018 met een survey gericht op tarbot en griet.
Gezonde situatie voor griet
Voor het bestand griet zijn er onvoldoende gegevens om een uitgebreide bestandschatting uit te voeren. Griet is daarmee een gegevensarm bestand. De index, die wordt berekend op basis van het vangstsucces van Nederlandse boomkotters, geeft aan dat het bestand sinds 2015 afneemt. Het bestand bevindt zich echter al sinds 2000 boven het MSY-niveau. De visserijdruk is minder dan het MSY-streefniveau en daarmee ook op een gezond niveau. Voor gegevensarme bestanden adviseert ICES altijd volgens de voorzorgs benadering. Dit betekent dat er in 2022 in de Noordzee, Kattegat,
Skagerrak en in Het Kanaal maximaal 1.878 ton griet mag worden gevangen. Griet en tarbot worden onder een gezamenlijke TAC beheert. ICES adviseert echter om op soortniveau te beheren om overexploitatie van een van de soorten te voorkomen.
Herzien beeld van kabeljauw
De perceptie van het kabeljauwbestand is in 2021 naar beneden bijgesteld door een verbetering in de rekenmethodiek. Hierin is rekening gehouden met uittrek van kabeljauw naar het gebied ten noorden van Schotland. Door deze aanpassing schat ICES nu in dat het bestand zich ruim onder het limietniveau bevindt, met een forse afname in omvang in recente jaren. Dit betekent dat het bestand een verminderde capaciteit heeft om zich te kunnen voortplanten. Naar schatting zwemt er ongeveer 38.000 ton volwassen kabeljauw in de Noordzee. De visserijdruk is afgenomen, maar deze ligt nog steeds hoger dan het MSY-streefniveau. Ondanks alle maatregelen die genomen zijn om de visserijdruk omlaag te brengen, wordt de groei van het bestand bemoeilijkt door de lage aanwas van jonge kabeljauw. Deze aanwas is al sinds 1998 laag. ICES adviseert op basis van de MSY-benadering een totale vangst van maximaal 14.276 ton kabeljauw in de Noordzee, Skagerrak en in het oostelijke deel van Het Kanaal.
Wijting neemt toe en gezond bestand
Het bestand wijting in de Noordzee en het oostelijke deel van Het Kanaal bevindt zich nu enkele jaren boven het MSY-streefniveau. De visserijdruk ligt al bijna twintig jaar onder het MSY-streefniveau. Dit MSY-streefniveau is door een verbetering in de rekenmethodiek in 2021 naar boven bijgesteld. Het bestand aan volwassen wijting wordt geschat op ruim 225.375 ton. ICES adviseert op basis van de MSY- benadering een totale vangst van 88.426 ton wijting.
Zeebaars net boven limietniveau
Het zeebaarsbestand in de zuidelijke en centrale Noordzee, Ierse Zee, Het Kanaal, Bristol Kanaal en de Keltische Zee is net boven het limietniveau gegroeid, en wordt geschat op 11.619 ton. Hoewel de visserijdruk sinds 2013 fors is afgenomen en al enkele jaren ruim onder het MSY-niveau ligt, resulteert dit slechts in een beperkte groei van het bestand. De aanwas is al sinds 2008 laag, wat waarschijnlijk de oorzaak is voor de achterblijvende groei. ICES adviseert op basis van de MSY-benadering een totale vangst van 2.216 ton. Voor de recreatieve visserij vertaalt dit zich in een vangst van 583 ton.
Haringadvies volgt in het najaar
In verband met aanvullende analyses in de bestandschatting van Noordzee-haring volgt het advies in het najaar, tegelijkertijd met andere wijdverspreide pelagische soorten.
Advisering door ICES
Onderzoekers van Wageningen Marine Research presenteerden op 30 juni de visserij adviezen van ICES voor de belangrijkste soorten voor de Nederlandse sector aan het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de visserijsector en maatschappelijke organisaties. ICES maakt elk jaar een schatting van de bestanden en de hoogte van de visserijdruk, en geeft daarna advies aan de Europese Commissie over hoeveel er zou mogen worden gevangen om de doelen van het Gemeenschappelijke Visserijbeleid te halen. Het Europese beleid heeft als doel om de visserijdruk zo te reguleren dat de maximaal duurzame oogst (MSY, ‘Maximum Sustainable Yield’) wordt behaald. Dit is de visserijdruk die leidt tot de hoogst mogelijke oogst van een visbestand op de lange termijn.
ICES heeft voor meer dan twintig visbestanden in de Noordzee advies afgegeven. De Europese Commissie maakt voor een aantal gezamenlijk beheerde bestanden vangstafspraken met Noorwegen en sinds de Brexit nu ook met het Verenigd Koninkrijk. Vanwege voortdurende gesprekken zijn pas begin juni 2021 de quota definitief vastgesteld.