Visserij.nl

Nieuws over de beroepsvisserij

Nederlandse visserij in moeilijk vaarwater maar Belgische vissers compenseren in Ierse zee

3 min read

Tong is de belangrijkste vis voor Belgische vissers.

De Belgische en Nederlandse vissers hebben problemen met vangstbeperkingen op tong, de belangrijkste (winst)vis voor de boomkorvisserij in beide landen. Een verhoging van de vangstquota moet voor beiden soelaas bieden.

Onze noorderburen noemen de maatregel in de Noordzee “te weinig en te laat”. Door de Belgische vissers wordt tong vooral in Westelijke Wateren gevangen (Engels Kanaal, Keltische Zee, Ierse Zee en Golf van Biskaje). Een tussentijdse verhoging van de quota in de Ierse Zee, biedt de Belgische vissers echter iets meer ademruimte. Dat meldt directeur van de Rederscentrale Emiel Brouckaert aan VILT.

Tong is de belangrijkste vis voor Belgische vissers. De vis is niet de grootste qua gevangen volumes, maar toch is ze goed voor ongeveer de helft van de jaarlijkse omzet. Onder het Europees systeem van visserijbeheer, moesten vissers begin 2024 afrekenen met een vangstquotum voor tong in de Noordzee van min 63 procent ten opzichte van vorig jaar. Ook in de Ierse Zee ging het tongquotum met een zestigtal procent omlaag.

Daar werd echter In juni dit cijfer officieel bijgesteld, en raakte bekend dat onze Belgische vissers 281 ton tong zouden mogen vangen, in plaats van de eerder vastgelegde 62 ton. Het wetenschappelijk advies gepubliceerd op 28 juni toont aan dat dit hoger quotum wellicht ook volgend jaar aangehouden kan worden. Voor de Noordzee adviseert de Internationale Raad voor Onderzoek der Zee (ICES) nu ook een stijging van 177 procent voor de hoeveelheid te vangen tong in 2025. “Dit wetenschappelijk advies moet nu naar een overleg tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk en het is altijd afwachten of het wordt gevolgd, al is wetenschappelijk advies volgen het basisprincipe van de overheden om vangstquota vast te leggen”, zegt Brouckaert.

Andere wateren

De verhoogde vangstquota in de Noordzee zijn dus minder betekenisvol voor Belgische vissers dan voor hun Nederlandse collega’s. “De daling van 63 procent dit jaar vonden we te veel, maar het bracht ons niet in de problemen”, zegt Brouckaert. “Dat was vooral het geval voor Nederlandse vissers. Wij vissen onze tong vooral in Westelijke Wateren. Vijftig procent van onze activiteiten gebeuren in Britse wateren. We werken meer gespreid en de opdeling van tongquota in de Westelijke Wateren geeft wat meer flexibiliteit, maar ook daar hebben we onze eigen problemen gekend. De vanggebieden kenden dalingen van 15 tot 20 procent. Intussen hebben we een tussentijdse verhoging gekregen voor tong in de Ierse Zee. Zo kunnen we sinds 1 juli wat makkelijker uit de problemen raken.”

Of alles nu weer goed gaat met de Belgische visserijsector? “Dat is een overstatement. Laat ons zeggen dat we niet dezelfde problemen hebben als de Nederlanders hebben”, zegt Brouckaert. “We hebben nu iets meer mogelijkheden. Het verhoogd quotum in de Ierse zee staan ons toe de vangstbeperkingen in andere gebieden enigszins te compenseren.

De Nederlandse sector kijkt somber naar de toekomst. Jacob Snoek, secretaris van de Nederlandse Vissersbond, verklaart in De Telegraaf dat de tijdelijke vangstbeperking voor tong in de Noordzee door wat in feite een telfout was, een zware domper is gebleken voor de sector. Ook de gestegen brandstofprijzen en het verbod op pulsvissen hakken er diep op in.

Bron: VILT