Gemiste kans om gemeenschappelijk visserijbeleid te herzien
3 min readDe EU moet voor elke klus het juiste instrument gebruiken. Het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB), dat tien jaar geleden is hervormd, is uiterst efficiënt geweest in het herstel van de vispopulaties. De vispopulaties zijn aanzienlijk toegenomen, met visbestanden die in 2018 50% hoger waren dan in 2010. Ook in 2020 bereikte de totale visserijdruk in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan een dieptepunt.
Maar het GVB is niet alleen een instrument voor de bescherming van de visbestanden en kan dat ook niet zijn. Het moet een breder beleid zijn dat doelstellingen omvat om de nieuwe geopolitieke, klimaat-uitdagingen op te lossen.
De realiteit is dat het huidige GVB geen melding maakt van grote maatschappelijke zorgen zoals ‘klimaatverandering’, ‘Brexit’, ‘Green deal’ of ‘energiecrisis’. Het gaat ook niet in op de gevolgen van het groeiende aantal beschermde mariene gebieden, de enorme uitbreiding van offshore en hernieuwbare energielocaties, voedselzekerheid en energietransitie. Om nog maar te zwijgen van de noodzaak om slecht doordachte beleidsmaatregelen zoals de aanlandingsverplichting te hervormen of de ontbrekende sociale dimensie van het GVB aan te pakken.
Vandaag heeft de Europese Commissie haar langverwachte beleidspakket onthuld dat bestaat uit 4 hoofddocumenten: een evaluatie van het gemeenschappelijk visserijbeleid, een beoordeling van de gemeenschappelijke marktordening voor visserij- en aquacultuurproducten, een actieplan voor de bescherming en het herstel van mariene ecosystemen voor een duurzame en veerkrachtige visserij en een strategie voor de energietransitie van de visserijsector van de EU.
In haar grondige analyse probeert de Commissie de aandacht te vestigen op die gebieden waar meer moet worden gedaan of waar de huidige situatie meer aandacht vereist, teneinde politieke conclusies te trekken en in een later stadium wetgevingsvoorstellen voor te bereiden.
Javier Garat, voorzitter van Europêche, waardeerde de inspanningen van de Europese Commissie om de prestaties en doeltreffendheid van het belangrijkste visserijbeleid van de EU te analyseren. Hij verklaarde: “Het identificeren van de hiaten en tekortkomingen van de huidige beleidsinstrumenten is een noodzakelijke stap om de juiste beslissingen te nemen. We vieren het succes van het GVB bij het leveren van duurzame visserij. We worden echter geconfronteerd met snelle veranderingen en mondiale uitdagingen die vereisen dat het wetgevingsapparaat dringend wordt geactiveerd. Het GVB bestaat 40 jaar en de laatste hervorming dateert van 10 jaar geleden. In het licht van de enorme ontwikkelingen van de afgelopen jaren zijn de prioriteiten en instrumenten van het huidige GVB achterhaald. Het was ontworpen voor een scenario voorafgaand aan de Covid-pandemie, de energiecrisis, brexit en het herstel van de visbestanden in de EU. Een betere implementatie van verouderde regels is geen optie, een herziening is een must.”
Wat de belangrijkste visserijtrends betreft, is de EU in toenemende mate afhankelijk van visproducten die uit derde landen worden ingevoerd (70% van de totale consumptie van visproducten in de EU), terwijl de vangstcapaciteit wordt verminderd en de toegang tot visgronden in derde landen verloren gaat.
Garat merkte op: “Alvorens actieplannen op te zetten die de productie van vis in de EU verder verminderen, moet de EU een strategische visie hebben op de toekomstige oceaangovernance en -beheer. Het voelt alsof de Commissie het paard achter de wagen spant. We herinneren de commissaris aan zijn toezegging om een evenwicht te bewaren tussen de 3 pijlers van duurzaamheid, niet alleen de biologische dimensie, maar ook het gat in de sociale dimensie van het GVB aan te pakken. We hadden krachtige maatregelen verwacht om het visserijbeleid in die richting te ontwikkelen, zoals de herdefiniëring van de vangstcapaciteit om de arbeidsomstandigheden, de veiligheid en de energie-efficiëntie te verbeteren. ”
Europêche betreurt het dat de Commissie, hoewel zij niet van plan is het GVB te hervormen, deze primaire visserijwetgeving ondermijnt door secundaire milieuwetgeving (bijvoorbeeld de natuurherstelwet) en politieke actieplannen voor te stellen die een enorme impact hebben op de activiteiten die onder de basisverordening van het GVB vallen.
Garat concludeerde: “In de visserij hebben we een punt bereikt waarop bescherming synoniem is met uitsluiting. We moeten proberen milieubescherming verenigbaar te maken met menselijke activiteit en in het bijzonder met de broodnodige productie van voedsel. Proberen om onze zeeën om te zetten in zee reservaten zou de wereld veel meer kosten aan ontbossing en biodiversiteitsverlies dan door visserij. Visproducten zijn de gezondste en meest milieuvriendelijke bron van eiwitten op aarde. Om die reden onderschrijft Europêche volledig de kritiek zoals geformuleerd door de European Bottom Fisheries Alliance (EBFA) met betrekking tot de doelstelling om bodemvistuig geleidelijk uit te faseren, in het kader van het komende actieplan“.