Wrak van de in 1966 verdwenen UK 58 definitief geïdentificeerd

Het scheepswrak dat in april werd aangemerkt als ‘vermoedelijk de UK 58’ is nu definitief geïdentificeerd als de kotter die in 1966 verdween op de Noordzee. Dat meldt voorzitter Cees Meeldijk van de stichting Onderzoek Maritieme Vermisten (OMV).

De kotter raakte vermist in januari 1966 en ondanks een enorme zoektocht werd alleen een deel van het naambord teruggevonden. De kotter was eigendom van de broers Jacob (32) en Hendrik Ras (33). Aan boord waren verder Willem (44) en zijn zoon Klaas Foppen (22) en Jan de Groot (24) uit Stavoren.

Uitgebreid onderzoek en bestudering van onderwaterbeelden, leidde er in april toe dat een locatie op 30 mijl ten noordwesten van Vlieland als de plek van het wrak werd aangewezen. Om zekerheid te krijgen werd daarna een duikexpeditie ondernomen. Door het slechte zicht leidde die tot niets. Een tweede duikexpeditie leverde deze zomer beelden op van het wrak. Toch bleef de twijfel. Meeldijk: ”Het wrak was zwaar beschadigd. Vermoedelijk doordat andere schepen er in de loop van de tijd met de tuigen aan vast zijn gelopen. De hele neus en de stuurkast waren verdwenen. Het bewijs was te kort.”

De stichting zocht daarom opnieuw contact met nabestaanden en vroeg om foto’s. De bouwtekeningen leken in eerste instantie onvindbaar, maar bleken toch nog ergens op zolder te liggen. Meeldijk: ,,Ook kwamen er nieuwe foto’s tevoorschijn. Zo konden we allerlei details koppelen aan de onderwaterbeelden. Denk bijvoorbeeld aan de luiken en de lier, maar ook nog allerlei andere, kleine dingen. Dat gaf uiteindelijk zekerheid. We durven nu met zekerheid te zeggen dat dit het wrak van de UK 58 is.”

De stichting kon onlangs ook al bekend maken dat het wrak van de UK 154 was gevonden. Die kotter verging in 1967, met eveneens vijf opvarenden, in de buurt van Helgoland.

Bron: Het Urkerland.