Visserij.nl

Nieuws over de beroepsvisserij

Nederland overschat opbrengst wind op zee met maar liefst 50 procent

2 min gelezen

Nederland spant de kroon, wat in de grafiek goed te zien is.

De Nederlandse ambities voor windenergie op zee blijken op wankele fundamenten te rusten. Volgens een nieuw onderzoek van wetenschappers van de TU Delft en het Deense DTU Wind and Energy Systems wordt de potentiële opbrengst van offshore windparken door Nederland met maar liefst 50 procent overschat.

De studie, gepubliceerd in Cell Reports Sustainability, stelt dat er harde fysieke limieten bestaan aan de hoeveelheid energie die windparken uit de atmosfeer kunnen halen, limieten die in de huidige plannen genegeerd worden.

Nieuwe bovengrens voor opbrengst windparken

De onderzoekers definiëren een theoretische bovengrens voor energieproductie, gebaseerd op fundamentele aerodynamische principes. Centraal staat een nieuw concept: de Wind Farm Wind Factor. Deze parameter vat turbineontwerp, windsnelheid en de configuratie van turbines samen in één getal. Belangrijk inzicht: offshore windparken worden begrensd door de hoeveelheid ‘momentum’ die van hogere luchtlagen naar de turbinehoogte kan worden overgedragen.

Hoe dichter de turbines op elkaar staan, hoe meer zij elkaar hinderen en hoe sterker de atmosfeer lokaal wordt verstoord. Meer turbines betekent dus niet lineair meer opbrengst — een fysieke realiteit die volgens de auteurs onvoldoende wordt meegenomen in beleidsmodellen.

Het model is gevalideerd met data van 72 bestaande offshore windparken in de Baltische Zee, Noordzee en Ierse Zee.

Grote Nederlandse rekenfout

Volgens het Nederlandse Noordzee Programma wordt gerekend op een capaciteitsfactor van 51,5% bij een turbine dichtheid van 10 megawatt per vierkante kilometer. De onderzoekers berekenen echter dat de haalbare capaciteitsfactor onder dezelfde omstandigheden slechts 34,6% bedraagt. Dat betekent dat de Nederlandse aanname 149 procent boven de theoretische grens ligt.

De situatie wordt verergerd door het Windenergie Infrastructuurplan Noordzee (WIN), dat in juli 2025 is gepresenteerd. Daarin wordt de dichtheid verhoogd naar 10,5 megawatt per km², terwijl tegelijkertijd hogere capaciteitsfactoren van 51 tot 56 procent worden aangenomen. Volgens de onderzoekers is die combinatie fysiek onmogelijk: hogere dichtheid leidt tot meer zog effecten en dus lagere opbrengst.

Onderzoekers voorzien substantiële impact met drie grote gevolgen:

  1. Energietekort
    Als de werkelijke capaciteitsfactor rond 34,6 procent ligt, zal tegen 2040 ruim 20 procent van de geplande CO₂-vrije elektriciteit ontbreken. Dat tekort staat gelijk aan de volledige verwachte zonne-energieproductie of bijna tweemaal de huidige bijdrage van wind op land.
  2. Kostenoverschrijdingen
    Een te optimistische inschatting van de opbrengst leidt tot onderschatte kosten voor zowel energieproductie als noodzakelijke investeringen in opslag, flexibele vraag en netwerkinfrastructuur.
  3. Systeemrisico’s
    Met lagere capaciteitsfactoren daalt de benutting van opslagfaciliteiten, wat de kosten per opgeslagen kWh verhoogt en de betrouwbaarheid van het energiesysteem onder druk zet.

Nederland als uitschieter

Hoewel ook andere landen — waaronder het VK, Frankrijk, Duitsland, België en de VS — hun verwachte opbrengst tot 50 procent te hoog inschatten, presteert Nederland het slechtst. Volgens de onderzoekers is de Nederlandse afwijking van de theoretische limieten het grootst.