Studie naar Belgische recreatieve vissersvloot
2 min readOm inzicht te verkrijgen naar de grootte en inspanningen van de Belgische recreatieve vissersvloot werden door het ILVO en VLIZ gedurende een jaar lang haven- en zee observaties uitgevoerd.
Deze studie vormt een eerste aanzet voor een systematische monitoring van de Belgische recreatieve visserij met als doel een beter inzicht te verkrijgen in de visserij-inspanningen en de hiermee gepaard gaande impact op het mariene ecosysteem.
De eerste resultaten zijn te lezen in de beleid informerende nota: ‘De recreatieve zeevisserij in België: Monitoring van de capaciteit, intensiteit en densiteit op zee (eerste resultaten)‘.
Om het visserijbeleid goed te kunnen onderbouwen legt de Europese Commissie de lidstaten op om gegevens in te zamelen over hun recreatieve visserij. Daarbovenop vraagt de Kaderrichtlijn Mariene Strategie elke lidstaat een strategie uit te werken, met als doel een goede milieutoestand te bereiken tegen 2020 waarbij het duurzaam gebruik van de mariene wateren centraal staat.
In het kader van deze verplichtingen werd door het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) enkele jaren terug al een enquête uitgevoerd om inzicht te verwerven in de ecologische en socio-economische impact van de recreatieve visserij op zee. Complementair aan dit initiatief werden tussen april 2014 en april 2015 on-site observaties gestart in het kader van het GIFS-project (Geography of Inshore Fisheries and Sustainablility; Interreg IVa 2 zeeën) en het LIVIS-project (Lage Impact Visserij; Europees Visserijfonds-As4).
Het doel van deze observaties was om een eerste inzicht te verkrijgen in (1) de omvang van de recreatieve vissersvloot, (2) het aantal scheepsbewegingen van recreatieve vissersvaartuigen in en uit de kustjachthavens en (3) de voornaamste vislocaties op het Belgisch deel van de Noordzee in kaart te brengen. Hiertoe werden verschillende observatietechnieken aangewend, zowel vanop land als vanop zee met het onderzoeksschip RV Simon Stevin.
Op basis van de on-site observaties werden 631 recreatieve vissersvaartuigen geïnventariseerd waarvan het gros van de vaartuigen (84%) exclusief uitgerust zijn voor de hengelvisserij, terwijl 3% voorzien zijn om meerdere vistechnieken toe te passen (hengelen en slepen). Nagenoeg uniek in Europa is het voorkomen van boomkor- (5%) en bordennetvaartuigen (8%) binnen de recreatieve vissersvloot.
Uit de resultaten bleek dat de meeste vaartuigen een ligplaats hebben in Blankenberge (223) en Nieuwpoort (197), gevolgd door Zeebrugge (94) en Oostende (83). Een aantal van de geïnventariseerde vaartuigen hebben geen vaste ligplaats, maar worden via de trailerhelling in het water gelaten. De recreatieve visserij op het Belgisch deel van de Noordzee vindt hoofdzakelijk plaats binnen de driemijlszone.
Als verder wordt gevaren heeft dit veelal te maken met de aanwezigheid van scheepswrakken op de zeebodem die fungeren als biodiversiteitshotspots en een grote visfauna aantrekken. Het aantal vistrips per boot wordt geschat op 10,7 vaardagen per jaar, per persoon op 25,8 dagen per jaar.
Gemiddeld zijn 2,4 vissers aan boord per vaartuig. Omdat de recreatieve visserij wordt gekenmerkt door sterke jaarlijkse variaties, zowel in de inspanning als in de vangsten, is een systematische monitoring over een tijdspanne van meerdere jaren cruciaal, waarbij een uitbreiding naar de strandvisserij dient voorzien te worden. [Nieuwsbericht VLIZ]