Visserijplan voor de Noordzee: Raad klaar voor onderhandelingen met EP
3 min readOp 25 april 2017 bepaalde de Raad zijn onderhandelingsstandpunt, ook algemene oriëntatie genoemd, over het meerjarenplan voor demersale bestanden in de Noordzee.
Het plan is de eerste brede langetermijnstrategie voor de Noordzee die gericht is op het beheer van een reeks vissoorten (in dit geval bodemvissen), vissersvaartuigen en belanghebbende partijen. Zodra het Europees Parlement over zijn verslag stemt, kunnen de onderhandelingen tussen de instellingen van start gaan.
“Het plan voor de Noordzee is van cruciaal belang voor de uitvoering van het hervormde gemeenschappelijk visserijbeleid, en daarom heeft het Maltese voorzitterschap aanzienlijke middelen voor dit dossier ingezet om in een recordtijd tot een standpunt van de Raad te komen”, aldus Roderick Galdes, staatssecretaris voor Landbouw, Visserij en Dierenrechten, “Eenmaal aangenomen, zal dit plan de basis zijn voor duurzame visserij in het gebied. De Raad ziet uit naar de onderhandelingen met het Europees Parlement en wil het best mogelijke resultaat voor onze zeeën en de visserijsector bereiken”.
Het standpunt van de Raad over het plan voor de Noordzee spoort met het onlangs overeengekomen meerjarenplan voor de kabeljauw-, haring- en sprotbestanden in de Oostzee. Het vereenvoudigt het Commissievoorstel door het toepassingsgebied van de verordening te concentreren op de gerichte visserijen in het volledige verspreidingsgebied ervan, en het voorziet in de middelen voor het garanderen van het beheer van visbestanden door middel van bandbreedten voor maximale duurzame opbrengst (MDO). Overeenkomstig het gemeenschappelijk visserijbeleid bevat de algemene oriëntatie ook een zeer duidelijke aanpak van het beheer van knelsoorten (de kwetsbaarste soorten) in het geval van gemengde visserijen.
De Raad bevestigde het voorstel van de Commissie betreffende instandhoudingsmaatregelen voor de betrokken bestanden, en maakt het doeltreffender door tevens de draagwijdte van de aanlandingsverplichting te rationaliseren om de doelstelling van duurzamere visserij in alle zeegebieden te verwezenlijken.
De administratieve lasten die aan de nieuwe wetgeving verbonden zijn en uit de extra controlebepalingen voortvloeien, zouden moeten worden beperkt door de door de Raad voorgestelde wijzigingen, die ook de kwestie betreffen van het overleg met derde landen over gezamenlijk beheerde bestanden met het oog op gelijke voorwaarden voor de marktdeelnemers van de Unie.
Volgende stappen
De algemene oriëntatie die vandaag is aangenomen, is het standpunt van de Raad voor de onderhandelingen met het Europees Parlement. Het Parlement zou zijn standpunt over dit voorstel in juni 2017 moeten bepalen. De onderhandelingen zouden dan vóór het zomerreces van start kunnen gaan. Beide instellingen moeten het eens zijn over de tekst voordat die in werking kan treden.
Achtergrond
De Commissie heeft haar voorstel voor een meerjarenplan voor demersale bestanden in de Noordzee en de visserijen die deze bestanden exploiteren, op 3 augustus 2016 ingediend. Het voorstel heeft betrekking op vissoorten die op of in de nabijheid van de zeebodem leven en voedsel zoeken.
Het is het tweede meerjarenplan dat in overeenstemming met het in januari 2014 in werking getreden hervormde gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) wordt aangenomen. Met het voorstel wordt beoogd in de Noordzee cruciale aspecten van de hervorming van het GVB uit te voeren, zoals: de verwezenlijking van exploitatieniveaus boven de maximale duurzame opbrengst, de invoering van vrijwaringsmaatregelen in verband met de stand van de biomassa, de oriëntering naar meersoortenbeheer op lange termijn, de toepassing van de aanlandingsverplichting en de toepassing van regionalisering voor de vaststelling van technische maatregelen. [Persmededeling Europese Raad 25/04/2017]