Geen calamiteitenbestrijding MSC Zoë afval
3 min readDe partners van de Green Deal Visserij voor een Schone Zee blijven kritisch op de houding van het Ministerie ten aanzien van de gevolgen van de MSC Zoë ramp.
Het kabinet waardeert de extra inspanningen van vissers voor het opvissen van MSC Zoë afval uit zee met een voorschot regeling. Dit is een welkome steun, maar onvoldoende.
MSC Zoë afval blijft
Eind 2019 werd door de Nederlandse en Duitse overheden besloten een geschatte resterende 800 ton afval afkomstig van de MSC Zoë in zee te laten liggen, omdat het milieutechnisch onrendabel zou zijn om dit nog te bergen. Het argument dat hiervoor wordt aangedragen is dat de milieukosten voor het verstoken van diesel niet opwegen tegenover de milieu-opbrengsten van het bergen van het afval. Ook vormen de restanten afval geen gevaar meer voor de scheepvaart. Echter, blijft de zeebodem vervuild en blijven vissers dit afval opvissen.
Fishing for Litter is ons gezamenlijke project
Minister van Nieuwenhuizen noemde het KIMO project Fishing for Litter herhaaldelijk als oplossing voor het borgen van het langjarig opvissen van achtergebleven kleine ladingdelen. Het kabinet heeft vervolgens ook ingestemd met een voorschot op de schadeclaim richting MSC van 52 duizend euro voor de extra gemaakte kosten in 2019. Ook stemde de Tweede Kamer in met een motie om in 2020 het Fishing for Litter project extra te steunen. Lees meer.
Dit is onvoldoende, volgens de partners van de Green Deal. Het Fishing for Litter project wordt steeds genoemd als methode om afval afkomstig van MSC Zoë op te ruimen, maar hier is het project niet voor bedoelt. Het is vooral de houding van het Ministerie die de Green Deal partners niet lekker zit. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is medeondertekenaar van de Green Deal met als gezamenlijk doel te zorgen voor een schone zee.
Door 800 ton afval op de bodem van de Noordzee te laten liggen, verzuimt het Ministerie haar verantwoordelijkheid. Sterker nog, dit afval wordt afgeschoven op de Green Deal Visserij voor een Schone Zee en het Fishing for Litter project. Hiermee doet zij beroep op een grote groep vissers, havens, afvalverwerkers, gemeenten en anderen die al sinds 2001 een maatschappelijke functie vervullen zonder hiervoor een vergoeding te verlangen.
De zeebodem is nog lang niet schoon
Er is in 2019 heel veel afval afgegeven in de Nederlandse vissershavens. In totaal 547 ton. Dit is vrijwel het dubbele van het 10-jarig gemiddelde van 285 ton. Zie voor een volledig overzicht dit nieuwsbericht .
Dat verloren lading van containerschepen een probleem is, werd op donderdag 12 maart nog eens goed duidelijk. Op de positie 52°05’N – 03°07’O ongeveer 30M west van Europoort werden door de GO-22 flinke stukken zeecontainer opgevist. Het afval kwam terecht in het kettingwerk en veroorzaakte zeker 1,5 uur aan visverlet.
De GO-22 was niet de eerste die op deze containerresten stuitte, want ook netwerk van een collega werd samen met de stukken zeecontainer opgevist. De bruikbare delen van dit net worden door de bemanning van de GO-22 weer teruggebracht naar de eigenaar.
De visserij ondervindt last van deze containerresten. Het zijn dit soort vormen van afval op de bodem die ervoor zorgen dat vissers netten kapot varen of verliezen. Het afgebroken staal is zeer scherp en snijdt de netten kapot. Ook restanten van de lading van de MSC Zoë kunnen voor vergelijkbare situaties zorgen. [Nieuwsbericht Kimo Nederland-België]