EBFA ontmoet Commissaris Kadis over toekomst bodem visserij in Europa
3 min gelezen
De European Bottom Fishing Alliance (EBFA) hield haar eerste officiële bijeenkomst met de Europese Commissaris voor Visserij en Oceanen, Costas Kadis. Foto EBFA
Brussel, 2 december 2025- De European Bottom Fishing Alliance (EBFA) hield haar eerste officiële bijeenkomst met de Europese Commissaris voor Visserij en Oceanen, Costas Kadis, om de toekomst van bodem visserij in de EU te bespreken.
De vergadering bood EBFA de gelegenheid om de bijdrage van de sector aan voedselsoevereiniteit, de geboekte vooruitgang in milieubescherming en de zorgen over de huidige beleidsontwikkelingen en toenemende regelgevingsdruk in heel Europa kenbaar te maken.
EBFA-voorzitter Iván López van der Veen opende de bijeenkomst door de essentiële rol van bodem visserij binnen het Europese voedselsysteem te benadrukken: ‘Wij zetten ons in voor verantwoord vissen en voor het voortdurend verbeteren van onze praktijken via wetenschap, innovatie en effectief beheer. Wij staan klaar om samen te werken met Commissaris Kadis om ervoor te zorgen dat Europa’s milieudoelen hand in hand gaan met een leefbare toekomst voor onze vloot en de gemeenschappen die ervan afhankelijk zijn.’
Ambities in evenwicht brengen met de realiteit
EBFA benadrukte dat vissers weliswaar volledig achter biodiversiteitsbescherming staan, maar dat EU-brede doelstellingen rekening moeten houden met de complexiteit van mariene ecosystemen en het multinationale karakter van de Europese visserij. De Alliantie verwelkomde de casusgerichte aanpak van Commissaris Kadis, maar waarschuwde dat voorstellen zoals een algehele uitfasering van bodemberoeping in mariene beschermde gebieden (MPA’s) tegen 2030 onverenigbaar zijn met zowel wetenschappelijk onderbouwd beheer als doelstellingen voor voedselzekerheid. EBFA onderstreepte de noodzaak van evenwichtige ruimtelijke planning en erkenning van de geavanceerde EU-visserijregels als instrument voor biodiversiteitsbescherming, met name in de komende Ocean Act.
Oceanen beschermen zonder vissers te benadelen
EBFA uitte grote bezorgdheid over de eenzijdige MPA-maatregelen van het Verenigd Koninkrijk, gebaseerd op gebrekkige gegevens, die tot onevenredige verliezen voor EU-vloten zullen leiden. De Alliantie drong er bij de Commissie op aan ervoor te zorgen dat de Britse maatregelen proportioneel, niet-discriminerend en volledig in overeenstemming met de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst blijven.
Visserijbeheer: het beste instrument voor bloeiende oceanen
De Alliantie benadrukte dat veel MPA ’s gericht zijn op de bescherming van soorten of habitats die niet worden beïnvloed door bodemvistuigen. Bovendien bieden bestaande EU-visserijmaatregelen – zoals beschermingszones voor kwetsbare ecosystemen – al sterke waarborgen. EBFA-secretaris Margot Angibaud merkte op: ‘Het is niet omdat een gebied niet als “beschermd” wordt bestempeld dat het niet al sterk gereguleerd is. De FAO pleit voor 100% beheer van mariene gebieden, en de EU mag er trots op zijn dat zij dit al bereikt heeft. EU-beheersmaatregelen moeten worden erkend als een effectief instrument om de “30by30”-milieudoelen van de EU te behalen.’
Herstel dat werkt voor oceanen en vissersgemeenschappen
Nu de lidstaten in 2026 met de uitvoering beginnen, waarschuwde EBFA voor slecht onderbouwde herstelmaatregelen – met name het risico dat ‘passief’ herstel de standaardaanpak op zee wordt. De Alliantie pleitte voor strategieën die samenleven met visserij mogelijk maken, gebaseerd op geïntegreerd land-zee-beheer, zorgvuldige aandacht voor ruimtelijke beperkingen en volledige aandacht voor de voedselzekerheidsbehoeften van Europa.
Kwetsbare ecosystemen beschermen met wetenschap, niet met brede ingrepen
EBFA uitte zorgen over de huidige regelgeving en wetenschappelijke modellen die tot onevenredige gebiedssluitingen leiden. De Alliantie herhaalde haar inzet voor de bescherming van kwetsbare mariene ecosystemen (VME’s), maar riep de Commissie op om te kiezen voor hoog-resolutiemapping, proportionele bufferzones, tuig-specifieke beoordelingen en een herziening van de Deep-Sea Access Regulation uit 2016 om eerlijke en wetenschappelijk onderbouwde beslissingen te garanderen.
Het behalen van een Goede Milieutoestand
EBFA verwelkomde de geplande herziening en het streven om de richtlijn te vereenvoudigen, aangezien sommige van de huidige milieu-indicatoren niet werkbaar zijn en niet in lijn liggen met het Gemeenschappelijk Visserijbeleid. De Alliantie benadrukte dat een Goede Milieutoestand van zeebodemhabitats verenigbaar moet zijn met duurzame productie van zeevoedsel.
Tot slot verklaarde de heer López: ‘Onze vloot kan niet vooruit plannen als het beleidslandschap voortdurend verandert. Vissers hebben voorspelbaarheid nodig, proportionele regels en beslissingen die zijn gebaseerd op de best beschikbare wetenschap. Wij rekenen erop dat de Commissie ervoor zorgt dat de milieudoelen van Europa niet ten koste gaan van de kustgemeenschappen of van het vermogen om haar burgers te voeden, vooral aangezien beide kunnen samengaan.’