Uitkomst onderhandelingen TAC 2017 EU-Noorwegen
4 min readEen roll-over voor schol, een 5 procent hogere TAC voor kabeljauw en een geringere verlaging van de Noordzeeharing-TAC dan aanvankelijk werd aangekondigd. De sector is tevreden met de uitkomsten van de onderhandelingen tussen de EU en Noorwegen vorige week over de gedeelde visbestanden.
Voor de Nederlandse kottersector was de schol uiteraard een belangrijk punt. De herverdeling van de schol-TAC tussen Noordzee (88,2 procent) en Skagerrak (11,8 procent) zou met zich meebrengen dat de Noordzee-TAC omlaag zou gaan. Mede op aandrang van Nederland vond de delegatie dit toch niet passend in het licht van het historisch hoge en nog steeds groeiende scholbestand. Het werd een roll-over: 128.376 ton voor de Noordzee en 17.175 ton voor het Skagerrak (was 11.766 ton).
Tijdens de EU-Noorwegen wordt niet onderhandeld over de TAC voor Noordzeetong. Die komt aan de orde tijdens de Visserijraad van 12-13 december. Wel is besloten om weer 10 ton Noordzeetong van de EU naar Noorwegen te transfereren. De tong-TAC zal overigens met minimaal 15 procent stijgen. Het voorstel van de Europese Commissie was begin deze week nog niet bekend. De wetenschappers van ICES hebben afgelopen zomer een dubbel vangstadvies afgegeven, variërend van een TAC-verhoging van 15 tot zelfs 36 procent.
Voor de iconische maar voor Nederland iets minder belangrijke kabeljauw werd door ICES op basis van MSY een verlaging van de TAC geadviseerd met 2 procent. Het bestand herstelt langzaam en de visserijsterfte neemt af, maar is nog net boven MSY-niveau. De partijen zijn echter een verhoging van de TAC met 5 procent overeengekomen, waarmee toch de visserijsterfte omlaag gaat en het bestand maar een factie minder snel groeit. De wens om de discardban tot een succes te maken speelt hier expliciet mee. De Noren vinden het discardniveau hoog (50 procent in aantallen in 2015) en pleiten voor effectieve discardbeperkende maatregelen. De TAC Noordzee-kabeljauw wordt 35.354 ton, voor het Skagerrak 5.047 ton.
Eenzelfde overweging speelt ook mee bij de wijting. Om op het niveau van MSY te kunnen komen adviseerde ICES een verlaging van 29 procent. Hiermee zou echter het gevaar dat wijting een choke-species wordt enorm worden en bovendien zou discarden aangemoedigd worden. En ook hier zal de roll-over (13.678 ton) de visserijsterfte verlagen en het bestand slechts een fractie minder snel doen groeien.
Verlaging
Noordzeeharing is ook een iconisch bestand en voor Nederland wel heel belangrijk. Na veranderingen in de cijfers voor natuurlijke sterfte in de afgelopen jaren en daardoor bijstelling van de visserijsterfte voor MSY-niveau, kwam ICES uit op een advies van 481.608 ton, wat neerkomt op een verlaging van 7 procent van de TAC. Eerder adviseerde ICES een verlaging met 18 procent, maar die was nog gebaseerd op een niet bijgestelde visserijsterfte bij MSY.
Tijdens de onderhandelingen werd verder nog besloten over de TAC schelvis, die voor 2017 met 45 procent verlaagd wordt naar 33.643 ton. Voor 2016 jaar steeg de TAC nog met 47 procent (mede door een ‘error’ bij ICES). Met het bestand voor koolvis gaat het zo goed dat ICES een TAC-verhoging van 96 procent zou kunnen adviseren. Dat vinden de wetenschappers zelf echter wat te gek, en mede vanwege enige onzekerheden manen ze de ‘managers’ tot enige terughoudendheid.
Uiteindelijk kwam er een verhoging van 55 procent uit, die tot een TAC van rond de 100.000 ton leidt.
Top-ups
Belangrijk bij de onderhandelingen was ook het vaststellen van de zogenoemde ‘top-ups’ bij de gedeelde bestanden, om (voor een deel) tegemoet te komen aan de verplichte aanlandingen van discards onder de aanlandplicht. Bij Noordzeeschol komt daarom nog 1,2 procent extra bovenop de TAC, voor schol Skagerrak is dat 2,7 procent. Deze top-ups zijn laag omdat de aanlandplicht in 2017 alleen nog geldt voor 120 mm (BT1-TR1), en daarvan is wetenschappelijk vastgesteld dat er weinig scholdiscards zijn. Verder zijn top-ups vastgesteld voor kabeljauw op de Noordzee (11 procent) en in het Skagerrak (13,8 procent), koolvis in Noordzee en Skagerrak (4,1 procent) en wijting in de Noordzee (17 procent).
Instemming
Het is de beide partijen gelukt om ruim voor de Decemberraad, waar de TAC’s definitief bekrachtigd moeten worden, tot een akkoord te komen. De ‘Agreed Record’ waarin de uitkomsten zijn neergelegd, geeft geen blijk van grote meningsverschillen. Opvallend is de hartelijke instemming van beide partijen, Europese Unie en Noorwegen, met de aanlandplicht/discardban. Met onder meer de argumenten: tegen verspilling en een beter beeld van de visbestanden doordat alle vangsten aangeland moeten worden.
Noorwegen, dat al 20 jaar een discardban heeft, maakt zich wel zorgen over het gebrek aan begeleidende technische maatregelen en ‘incentives’ (prikkels met beloning als vooruitzicht) bij de aanlandplicht van de EU. Het land weet naar eigen zeggen uit ervaring dat die nodig zijn, met daarnaast ook controlemaatregelen. De EU wordt door Noorwegen aangemoedigd om monitoringsprogramma’s te ontwerpen en te implementeren om het niveau van naleving van de aanlandplicht nauwkeurig vast te kunnen stellen in deze belangrijke overgangsperiode van het visserijmanagement.
Tijdens de twee rondes EU-Noorwegen werd de Nederlandse overheid vertegenwoordigd door Frans Vroegop. Namens de Nederlandse kottersector was Geert Meun van VisNed in Bergen, terwijl Gerard van Balsfoort namens de trawlersector de honneurs waarnam. Voor het tweede jaar op rij stond de Vlaming Jacques Verborgh, al vele jaren werkzaam bij de EC, aan het hoofd van de EU-delegatie.
VisNed laat in haar nieuwsbrief weten vanuit kotterperspectief bezien tevreden te zijn over de uitkomst van deze onderhandelingen. Van Balsfoort is in ieder geval opgelucht dat de draconische verlaging met 18 procent van de Noordzeeharing-TAC van de baan is. [Bron: Visserijnieuws.nl]