Reisverslag David Ras (UK-64): Pleisters en kroketten
4 min readIn het kader van de Bedrijfssurvey tarbot & griet in het EFMZV project Onderzoekssamenwerking 2.0 stapte VisNed beleidsmedewerker David Ras afgelopen week samen met Wageningen Marine Research (WMR) opstapper Menko Dijkstra aan boord van de UK-64.
“De eerste en laatste keer dat ik een volledige week mee was, jaren geleden toen broer nog bij neef ‘de Bokser’ voer, beviel niet zo goed. Of beter: ronduit slecht. Het weer was ruw en ik moet beslist een paar kilo kwijt geraakt zijn tijdens die week.
Eigenlijk zou ik vorig jaar al met de UK-284 mee voor deze survey, maar door de slechte weersomstandigheden werd de survey uitgesteld en uiteindelijk afgelast. Nu gaat het toch echt gebeuren, hoewel ik dus niet helemaal op mijn gemak naar deze week toeleefde.
Uitgerust met mijn tas, een pleister achter het rechteroor en een flinke portie frisse tegenzin stap ik het busje in dat me komt ophalen en begroet de inzittenden met een “ai-ja,” dat beantwoord wordt met “euj” en “mogge.”
Het busje zit aardig vol, we varen deze week met zeven bemanningsleden buiten de opstappers om en daarnaast zit ook Hessel, de vader van schipper Wouter de Vries in de bus.
Een aantal van de inzittenden kende ik al, maar met de rest zal ik in de loop van de week bekend raken. Behalve Wouter varen ook zijn twee broers Albert en Evert, neef Hessel, andere neef Wouter alias Wollie, Henk en Robert, het enige niet-Urker bemanningslid, deze week mee.
Aangekomen in Harlingen is er al de nodige activiteit met aanrijdende busjes en bemanningen van andere kotters die zich gereed maken voor vertrek en her en der zijn er al een paar aan het uitvaren. Het blijft toch een mooi gezicht zo’n haven vol kotters en bedrijvigheid. Op de steiger naast de kotter staat WMR opstapper Menko Dijkstra, die vorige week nog met de UK-284 de survey heeft uitgevoerd, ons al op te wachten met de materialen die we nodig gaan hebben deze week.
Het kost me veel moeite de verleiding te weerstaan om, net als die fatale eerdere reis, -nog vóórdat de touwen losgaan- de week te beginnen met een trio van frikandel, kipcorn en bamischijf. Het bloed kruipt immers waar het niet gaan kan, maar door schade en schande ken ik inmiddels de beperkingen van mijn maag in combinatie met een verstoord evenwichtsorgaan.
Nadat Menko en ik de planning en volgorde van de eerste paar surveytrekken voor de volgende morgen met Wouter doorgenomen hebben begeef ik me maar naar mijn kooi. Een paar uur stomen later gaat de bel om iedereen te wekken en begint voor de bemanning de cyclus van halen, zetten, sorteren en rusten die grofweg iedere twee uur opnieuw begint en de hele week zal duren.
De eerste dag doen we eerst zoveel mogelijk van de aangewezen surveyposities aan. Als de bemanning klaar is met het halen van de netten en het sorteren van de vangst, installeren Menko en ik ons aan de leesband om alle tarbot en griet uit die trek te meten en te wegen.
Tussen de trekken door worden er de nodige gesprekken gevoerd en onherroepelijk komt het op de toekomst van de visserij en ook hier leven de zorgen over alle negatieve ontwikkelen waar de sector momenteel mee te maken heeft.
Wanneer het een keer over roggen gaat en de verschillende soorten die in de Noordzee voorkomen, vraagt Menko, die steeds meer praatjes begint te krijgen, gevat of ze daar nou roggebrood van maken.
Ondanks de goede sfeer en de plaagstootjes heen en weer krijgt het moreel toch nog een flinke deuk te verwerken wanneer blijkt dat er geen kroketten aan boord zijn terwijl het deze week Nationale Krokettendag was. Met de nodige mentale inspanning weet men zich gelukkig over deze tegenslag heen te zetten. Zelf kom ik na twee dagen tot de conclusie dat de pleisters hun werk doen. Gelukkig.
De laatste trek van de survey is ook meteen de laatste trek van deze week. Een krachtig briesje uit het westen in combinatie met onze zuidelijke koers richting Harlingen zorgt ervoor dat we flink slingeren. Van comfortabele uitrusten in de kooi is dan ook geen sprake.
Als we de eilanden gepasseerd zijn en we in rustiger vaarwater terechtkomen gaat nog één keer de bel en schuift de bemanning aan in de kombuis voor een ontbijt met patat en frikandellen, voordat ze het schip gaan schoonmaken. Eenmaal binnen wordt de vis op de vrachtwagen gezet en wachten nog de nodige klussen.
Dat visserman een zwaar beroep is weet ik natuurlijk wel, maar door weer eens een week mee te gaan krijg ik weer extra waardering voor onze achterban. Dat zouden meer mensen moeten doen. Vanaf hier dus nogmaals een bedankje richting de mannen aan boord voor deze mooie week. [Bron]
Video: Northsea Fishermen: UK64 Mattanja 2016