Vijf vragen aan vissersvrouw Liesbeth de Haan
3 min readZe is zo’n beetje de enige Nederlandse vrouw die samen met haar man drie dagen per week op zee de kost verdient met vissen. ‘Pussy power on board’ staat er achterop het stuurhuis van de garnalenkotter HD 5.
- HOE BEN JE HET VISSERSVAK INGEROLD?
Liesbeth: “Ik kom uit een vissersgezin en wilde als tiener al visser worden. Hoewel ik rond mijn vierentwintigste mijn visserijpapieren (SW6) al op zak had, heb ik vele jaren elders gewerkt. Toen ik het daar niet meer naar de zin had, ben ik alsnog de zee opgegaan. Mijn man Willem Koorn had een paar jaar terug een bemanningsprobleem. Door bij hem aan boord te gaan en samen te gaan vissen, losten we beide problemen op.”
- WAT VIND JE MOOI AAN DE VISSERIJ?
“Op zee zijn geeft een enorm gevoel van vrijheid. Je weet ook nooit hoe het loopt en moet kunnen improviseren. Met z’n tweeën op zee versterk je elkaar, 1 plus 1 is 3. Dat was vroeger, als ik in de vakanties bij mijn vader aan boord was, ook al zo. Dan is er natuurlijk de spanning rond de vangst. Is het veel, weinig, wat zit er in het net. Als kind was die spanning al machtig bij het zetten van staande netjes om tong te vangen of als we met kubben op waddenpaling visten.”
- WAT ZIJN ZOAL JE TAKEN AAN BOORD?
“Ik doe alles, behalve havens in en uit varen. Dat laat ik aan Willem over. Aan boord zijn we vooral ’s nachts actief met vissen en de vangst verwerken. ’s Nachts is er meer opbrengst per vistrek dan overdag. Met de huidige olieprijzen kun je bijna niet anders. In het donker vangen we, sorteren en koken we de garnalen en stapelen we de kisten.”
- IS HET EEN ZWAAR BEROEP?
“Ach, ons dag- en nachtritme is omgedraaid. Daar moet je mee kunnen omgaan en moet je je aan kunnen overgeven. Maar verder…, de kistjes Hollandse garnalen wegen twintig kilo. Dat is goed te tillen met mijn postuur en spierkracht. Ik was ooit de sterkste vrouw van Terschelling en deed mee aan diverse Sterkste-vrouw-wedstrijden. Weliswaar veel te laat begonnen, pas op mijn achtenveertigste, maar ik ben nog altijd wekelijks in de sportschool. Dus fysiek kan ik het vissers vak prima aan.”
- HOE KIJK JE AAN TEGEN DE PROBLEMEN IN DE VISSERIJ?
“Vissers wordt het de laatste decennia door de overheid en ngo’s heel zwaar gemaakt. En we worden als criminelen weggezet. Terwijl 99% van de vissers keurig binnen wetten en regels werken. Toch hebben de boeren en de vissers het nu gedaan. Vroeger had je nog zoiets van: ach, het waait wel over. Schouders eronder en verder gaan. Tegenwoordig is dat anders.
Intussen scharrelen wij met z’n tweeën gewoon lekker door. We vissen gemiddeld zo’n drie etmalen per week. Dag visserij is het, zondagnacht eruit, maandagmorgen weer binnen. Enzovoort. Wij zijn dus niet de hele week op zee. Vissen, garnalen lossen en verder vissen. Dat gaat nog net. We hebben geen dure hobby’s of anderszins een overdreven levensstijl. De kachel brandt nog.
Hoelang dat zo blijft is afwachten. Het stikstofverhaal zit ook garnalenvissers behoorlijk dwars. Officieel moeten wij per 1 januari 2023 een katalysator van 70.000 euro aan boord hebben. Waar gaan we dat van betalen in een tijd dat er nauwelijks verdiend wordt door hoge brandstofprijzen? Bovendien, moeten wij bloeden voor dat kleine beetje stikstof en CO2 dat we uitstoten; kijk naar de grote vaart hier om de hoek.
Over de visserijtoekomst ben ik niet al te optimistisch. Er is steeds minder visgebied beschikbaar, steeds meer kotterbedrijven hebben bemanningsproblemen door gebrek aan gekwalificeerd personeel, de brandstof is en blijft duur en de overheid stopt maar niet met het verzinnen van nieuwe regels. Je ziet nu dan ook dat steeds meer visserijbedrijven het opgeven. De visserij gaat langzaam naar de klote! Waar hebben wij dit aan verdiend?
Voor de consument wordt het eten van vis en garnalen er ook niet leuker op. Vorige week lag de schol voor 5 euro per stuk bij de COOP. Dat zijn toch geen prijzen meer. Intussen weet de groene lobby niet van ophouden. Nu moet iedereen weer vega. Wat is er verdorie mis met een gezond stukje vlees en vis? Van de zotte is het.”
Tekst: Michel Verschoor. Foto: Ferry Knijn. EMK Vissers via Facebook.