ILVO: Kabeljauwpopulatie Noordzee bezig met herstel
2 min readDe kabeljauwpopulatie in de Noordzee is tijdens de jongste 8 jaar meer dan verdrievoudigd. In 2006, het absolute dieptepunt, werd de totale biomassa aan kabeljauw nog geschat op 21.000 ton. De jongste berekeningen van het kabeljauwbestand, in 2014, komen uit op 68.000 ton. Dat bevestigt ILVO visbestandsspecialist Kelle Moreau.
“Om van een biologisch gezonde kabeljauwpopulatie te spreken, die duurzame visserij mogelijk maakt, moeten we echter naar 150.000 ton. Als het huidig herstel zich doorzet kunnen we daar zitten binnen een jaar of 5.”
De reden waarom kabeljauw het lang moeilijk heeft gehad in de Noordzee is overbevissing. Europa heeft daarom al sinds 2000 sterke vangstquotabeperkingen opgelegd. Op drie jaar tijd verminderde het quotum voor kabeljauw in de Noordzee met 66% (van 140.000 ton naar 49.300 ton). Vanaf 2003 mogen de vissers per jaar maar tussen 20.000 en 30.000 ton kabeljauw meer boven halen. Ook werden enkele extra maatregelen ingevoerd voor de bescherming van kabeljauw, zoals de sluiting van bepaalde visgronden (in delen van de Keltische zee en van de Noordzee) tijdens het paaiseizoen (februari-maart), en beperkingen op de visserij-inspanning voor die visserijen die veel kabeljauw opvissen.”
Die maatregelen hebben de Belgische vissersvloot onrechtstreeks getroffen. De Belgen zijn geen kabeljauwvissers. Zij mikken vooral op tong en schol. Maar de gesloten paaigebieden van kabeljauw bleven dus ook voor de platvissoorten een no-go zone.
Er werd gevreesd dat het herstel van de kabeljauwpopulatie in de Noordzee verder zou worden bemoeilijkt door de klimaatsopwarming, waardoor het klimatologisch optimum voor kabeljauw naar het noorden verschoven is. Nu blijkt echter dat er toch herstel van kabeljauw in de Noordzee mogelijk is.
Volgens Kelle Moreau zijn de herstelcijfers voor Noordzeekabeljauw hoopgevend. Maar de vis hoort vooralsnog niet thuis op de lijst ‘duurzame vis’. Daarvoor moet het aanwezig visbestand nog verder aangroeien. Een ‘duurzame’ visserij vereist bovendien ook gunstige beoordelingen voor andere effecten van de visserij, zoals bodemschade en de bijvangst van niet-doelsoorten.
Persbericht ILVO, 9 april 2015