Rederscentrale: Politiek akkoord in lijn met wetenschappelijke adviezen
3 min readRond half twee deze ochtend werd in Brussel tussen de Europese ministers bevoegd voor visserij een akkoord bereikt over de visserijmogelijkheden en de vangstquota 2017 in de West-Europese zeeën.
De Rederscentrale heeft het vertrouwen dat Vlaams minister Joke Schauvliege, die als minister bevoegd voor visserij de onderhandelingen voerde voor België, met ieders belang rekening heeft gehouden.
De december ministerraad is de afronding van een langdurig proces. Visquota worden bepaald op basis van wetenschappelijke modellen die worden opgebouwd door vangstgegevens van commerciële vaartuigen en onderzoekschepen. Deze modellen geven weer wat de resultaten zijn van de inspanningen van de vissers om tot een goede staat van de visbestanden te komen.
Met de uitkomsten van de wetenschappelijke modellen, maakt de Europese Commissie voorstellen op aan de Europese Raad van ministers bevoegd voor visserij. Bij het vastleggen van de vangstmogelijkheden hebben de ministers en hun adviseurs de taak om rekening te houden met de aspecten van de visserij die niet in de wetenschappelijke modellen te vinden zijn, zoals de manier van vissen en de sociale gevolgen.
“Het is bemoedigend te kunnen samenwerken met de minister en haar teamleden die met alle aspecten rekening houden”, zegt Urbain Wintein, reder van het vaartuig Z.121 Deborah en voorzitter van de Rederscentrale. “Dat heeft als resultaat gegeven dat de vangstmogelijkheden van de stocks die voor ons van belang zijn op een correcte manier zijn vastgelegd. We beseffen dat de wetenschappelijke modellen niet perfect kunnen weergeven wat de realiteit op zee is, maar de inspanningen van de vissers – in gans West-Europa – en het respecteren van afspraken, hebben duidelijk resultaat geleverd.”
Directeur van de Rederscentrale, Emiel Brouckaert voegt toe: “Het aantal vissersvaartuigen is de laatste decennia meer dan gehalveerd, de stocks verbeteren zichtbaar en de nu vastgelegde quota voor volgend jaar, zullen bijdragen aan het traject naar maximaal duurzame opbrengsten, hét streefdoel van het visserijbeleid. Dit reflecteert dat vissers de gemaakte afspraken volgen en dat iedereen er mag op rekenen dat elke vis die aangeboden wordt op een verantwoorde manier is gevangen”.
Het akkoord over de vangstmogelijkheden 2017 dat vanochtend is bereikt tussen de Europese ministers, houdt voor soorten van belang voor de Belgische visserij, de volgende resultaten in:
- In de Noordzee mag er meer tong gevangen worden (+15%) en blijft het quotum voor pladijs op een gelijk niveau. Van de meeste bijvangstsoorten, zoals tarbot, kabeljauw en rog mag er ook meer worden gevangen.
- In het Engels Kanaal is er aan de westelijke kant verbetering voor het tongquotum (+20%), maar in het oosten wordt het aangepast met het oog op het zo snel mogelijk bereiken van de beoogde kerngezonde toestand: -15%. Het pladijsbestand bevindt zich in een goede staat, maar om dit zeker zo te kunnen houden, is beslist om het quotum met 19% te verminderen. Dit komt er na een verhoging van 100% in 2016.
- In het Bristolkanaal gaat het tongquotum met 8% omhoog. Er is rekening mee gehouden dat het visbestand zich in een duurzame staat bevindt en er wordt gemikt op een behoud van die staat.
- In de Ierse Zee zullen de Belgische vissers minder actief zijn. Het tongbestand is aan de beterhand, maar nog niet op een voldoende niveau om opnieuw gericht op te vissen. Andere vissoorten bevinden zich in een zeer goede staat en kunnen wel nog bevist worden en daarom wordt een bijvangstquotum voor tong voorzien, zoals in 2016.
- In de Golf van Biskaje wordt het tongquotum op hetzelfde niveau gehouden.
[Persbericht 14 december 2016 Rederscentrale]