Vlaamse vissers voerden vorig jaar 18.306 ton verse vis aan
3 min read2020 kunnen we niet beschouwen als een normaal handelsjaar. Dit merken we ook in de totale aanvoer van vis door de professionele Vlaamse zeevisserij. Die daalde in 2020 namelijk tot 18.306 ton (wat 5% minder is dan in 2019, toen 19.309 ton werd aangevoerd).
De aanvoer in de Belgische havens daalde tot 12.796 ton (2019: 13.754 ton), en in de buitenlandse havens tot 5.510 ton (2019: 5.555 ton). De tijdelijke stilligregeling die in het kader van de COVID 19-crisis voor de visserijsector werd uitgewerkt, speelt hier natuurlijk mee.
De cijfers voor het ‘Jaar van de pandemie’
De aanvoer in Oostende steeg met 6%, tot 5.697 ton, in vergelijking met 2019 (5.351 ton). Deze stijging is logisch na de tijdelijke sluiting van de afslag in 2019. De aanvoer in Zeebrugge daalde met 15%, tot 6.764 ton (2019: 8.001 ton).
In Nieuwpoort was er voor het eerst in enkele jaren een daling vast te stellen, namelijk met 16 % tot 335 ton (2019: 402 ton). Die achteruitgang is grotendeels toe te schrijven aan het ongewone handelsjaar. De afzet naar lokale markten, horeca en export werd verstoord of viel (tijdelijk) volledig weg.
De belangrijkste buitenlandse havens voor de Vlaamse zeevisserij zijn en blijven de Nederlandse havens. Toch vertegenwoordigen ze nog maar de helft (50,8%) van de totale aanvoer in buitenlandse havens. In 2020 stond namelijk ook Denemarken in voor 33,2 % van de aanvoer in buitenlandse havens. Dit is een rechtstreeks gevolg van het afdwingen van de weegplicht na aanlanding door Denemarken. Het aandeel aangevoerde vis in Frankrijk steeg eveneens, naar 11,4%. De overige aanvoer in vreemde havens is toe te kennen aan Spanje en voor beperkte mate ook Duitsland.
Aanvoervolume soorten
De Vlaamse visserij staat gekend als een gemengde visserij en de vangst bestaat dan ook uit verschillende visbestanden die tegelijk opgevist worden. De Belgische vloot is gespecialiseerd in demersale soorten (met name platvissen). Schol en tong zijn de meest voorname doelsoorten en nemen in 2020 respectievelijk 20% en 15% van het totale aangevoerde volume voor hun rekening. Roggen, inktvissen en ponen vervolledigen de top vijf.
Aanvoerwaarde havens
De Vlaamse visserij tekende in 2020 een totale aanvoerwaarde van 74,3 miljoen euro op. Dat is een daling met 8% in vergelijking met 2019 (80,8 miljoen euro). De aanvoerwaarde in de Belgische havens is gedaald met 4,7% tot 56,4 miljoen euro (2019: 59,2 miljoen euro). In de buitenlandse havens is de aanvoerwaarde gedaald met 17% tot 17,9 miljoen euro (2019: 21,6 miljoen euro). De aanvoerwaarde in buitenlandse havens vertegenwoordigt 24 % van de totale aanvoerwaarde.
Van de gerealiseerde aanvoerwaarde in het buitenland kunnen we 58 % (10,37 miljoen euro) toeschrijven aan de Nederlandse havens. Daarna volgen Denemarken, Frankrijk en Spanje met respectievelijk 30%, 6,5% en 5% van de buitenlandse aanvoerwaarde.
Aanvoerwaarde soorten
Op basis van aanvoerwaarde is en blijft tong de belangrijkste soort voor de Belgische visserij. Het aandeel van tong binnen de aanvoerwaarde steeg in 2020 tot 42 % van de totale aanvoerwaarde (36 % in 2019), met een effectieve aanvoerwaarde van 31.439.616 euro. Het belang van schol daalde tot
11 % van de totale aanvoerwaarde (17% in 2019), met een effectieve aanvoerwaarde van 8.300.525 euro. Nominaal gezien stijgt ook de aanvoerwaarde van roggen (2.750.077 euro in 2020) en zeeduivel (4.581.4754 euro in 2020).
Visprijzen
De gemiddelde prijs van visserijproducten daalde in 2020 naar 4,06 euro/kg (2019: 4,19 euro/kg). In Belgische havens bedroeg de gemiddelde visprijs 4,40 euro/kg (2019: 4,30 euro/kg) en in vreemde havens daalde de gemiddelde visprijs naar 3,25 euro/kg (2019: 3,90 euro/kg). De Belgische havens stonden met andere woorden garant voor een betere prijszetting, ook tijdens de COVID-19 crisis.