Visserij.nl

Nieuws over de beroepsvisserij

Vrijwel alles wat ngo’s beweren, wordt klakkeloos door de media overgenomen

5 min read

Een vleet in de Noordzee. Foto EMK vissers.

Het iconiseren van ‘bedreigde’ soorten voor media-aandacht, is grenzeloos. Nu weer de vleet. Kritische journalisten zijn zeldzaam en onderzoeksjournalisten daar heb ik al helemaal geen vertrouwen meer in.

Door Willem den Heijer.

Zeker niet de zichzelf onderzoeksjournalisten noemende Bram Logger en Parcival Weijnen van de Groene Amsterdammer. En een nieuw fenomeen lijkt zich aan te dienen. Het iconiseren van een vissoort om aandacht te krijgen voor in de Noordzee niet-bestaande onderwerpen als ‘overbevissing’ en afname van biodiversiteit.

Zo begon de inleiding van het in november gehouden debat in het Amsterdamse debatcentrum ‘Pakhuis de Zwijger’:

“Al tientallen jaren strijden milieuorganisaties en beroepsvissers over het gebruik van de Noordzee. Zorgen over overbevissing en afnemende biodiversiteit zetten de visserij steeds meer onder druk” (welke overbevissing? red.). “Met de Brexit-beperkingen, het verbod op pulsvissen en de kosten voor verduurzaming is een toekomst als beroepsvisser steeds moeilijker voor te stellen” (inderdaad, met 100.000 windmolens in aantocht, maar dat wordt niet benoemd. red.). “Toch werken er door het hele land mensen aan nieuwe oplossingen voor de sector. Oplossingen die een toekomst beloven waarin iedereen tevreden is: genieten van een lekkerbekje én van een gezonde, bio-diverse Noordzee. VPRO Tegenlicht onderzoekt of zo’n toekomst inderdaad mogelijk is en of er in die toekomst ook weer ruimte is voor de vleet. Een reuzen rog die ooit het icoon van de Noordzee was, maar sinds de komst van de intensieve visserij uit onze kustwateren is verdwenen.”

PURE NONSENS

Nog afgezien van het feit dat lekkerbekje niet gepast is, want de meeste lekkerbek is afkomstig van vis die niet in de Noordzee zwemt, wordt de indruk gewekt dat het slecht gesteld is met de biodiversiteit. En dat is jammer want daar zou men van moeten genieten. Alsof de burger geniet van de biodiversiteit in een gezonde Noordzee. Pure nonsens. Maar ja, je moet het wel brengen om draagvlak te scheppen bij de kijkers en bezoekers. Oh ja, en dan die vraag of er dan ruimte is voor de vleet. Ik weet zeker dat 99 procent van de bevolking niet eens weet wat een vleet is. Volgens de programmamakers was de vleet ooit een icoon van de Noordzee, maar sinds de komst van de intensieve visserij is deze reuzen rog, alleen als ie heel oud is, uit onze kustwateren verdwenen.

1850 – 1937

Laat duidelijk zijn dat de vleet vroeger nauwelijks of nooit in onze kustwateren heeft rondgezwommen. Het is een soort die van diep en koud water houdt en daar dus ook rondzwemt. Pas boven de 57e breedtegraad loop je als visser kans een vleet te vangen. En hoe noordelijker hoe groter de kans. De beugsloepen die tussen 1850 en 1937 vanuit Pernis, Zwartewaal, Maassluis en Middelharnis naar de noordelijke Noordzee zeilden, voerden rog en vleet aan. Zij visten vanaf de Grote Vissersbank (ongeveer zestig mijl onder de Noorse zuidkust) en nog veel noordelijker. Ik heb aanvoercijfers van deze beugslopen en dan blijkt dat vleet altijd een minderheidssoort was. Immers er werd meer schelvis, kabeljauw, leng en rog gevangen. Dus toen was vleet weliswaar geen zeldzaamheid maar een soort die in kleine hoeveelheden aan de haak werd geslagen.

ONWETENDHEID

De meeste ngo’s hebben geen flauw idee hoe de visserij er vroeger uitzag, laat staan dat ze iets weten van de manier van vissen, de locaties, de jaargetijden en omstandigheden waar vissers toen mee te maken hadden. Mochten de milieuclubs dan toch over historische aanvoerstatistieken beschikken, dan zullen ze veel moeite hebben met het interpreteren van deze cijfers. Maar ik betwijfel of ze daartoe in staat zijn. De aanvoercijfers van vleet laten zien dat er vroeger veel noordelijker gevist werd. Dat waren vooral de beugsloepen en later de stoomtrawlers, vooral vanuit IJmuiden en Vlaardingen. Deze schepen visten niet in Nederlandse kustwateren en ook niet in de zuidelijke Noordzee. Slechts een enkele stoomtrawler viste noordoost van de Doggersbank of westelijker. Maar doorgaans werd door gevaren naar de 60e breedtegraad.

ZWARTVIS

Op de Doggersbank zwemt nauwelijks rondvis. Daar is de visserij op schol en zwartvis interessant en de Denen vangen er ’s zomers veel zandspiering. Voorbij de Dogger komen soorten als heek, koolvis, zeeduivel, schelvis, kabeljauw en wijting om de hoek kijken. Wijting was ook een soort die de beugsloepen aanlandden. Zij visten met een beug van een paar kilometer met daaraan haken die voorzien waren van aas. Echt grote hoeveelheden vingen ze niet, maar door de vangst levend te houden in bunnen kregen zij vaak een betere prijs dan de rondvis van de latere stoomtrawlers.

ABSURDE AANNAMES

Ik weet niet hoe milieuclubs die vleet in Nederlandse kustwateren wil krijgen, maar wellicht is het een strategie die ze toepassen om de visserij nog verder de kop in te drukken. Met de temperaturen van de laatste decennia en een ietwat teruggelopen voedselaanbod zal er nooit een vleet in onze kustwateren komen. Zeker niet als ie het boven de 58e breedtegraad en nog noordelijker het lekker naar zijn zin heeft. Maar voor de ngo’s is het stok om te blijven slaan; Zie je wel, de visserijdruk is nog steeds niet afgenomen want de vleet zien we nog steeds niet. Dat doen ze dus wel slim of eigenlijk gehaaid. Want het is echt absurd.

HARDER VAN JE AFBIJTEN

Wat mij wel tegenviel, was het debat op TV. Dat was heel erg tam en ook uit de visserij vandaan bemerk ik dan dat vertegenwoordigers niet het lef hebben om harder van zich af te bijten of met een onderbouwing komen, waardoor je de voorstanders van het ‘terugbrengen van de vleet’ gelijk de mond snoert. Ik vermoed een gebrek aan kennis over de vleet. Ja, ik vond dat erg jammer. Noordzeevisser Cor Vonk had vooraf nog wel een duidelijk en pittig commentaar geschreven en opgestuurd naar de discussieleider, maar daar is tijdens de uitzending van het debat met geen woord over gesproken. Het commentaar had beter naar de gesprekspartners (uit de visserij zowel als de groene opponenten) gestuurd kunnen worden. Dan had de gesprekspartner uit de visserijsector de beweringen veel beter van repliek kunnen dienen.

LANDJEPIK OP ZEE

Hoogste tijd dat vissers zelf aan die tafels plaatsnemen. Cor Vonk was op zee, tijdens het debat, en kon helaas niet aanschuiven. Misschien zijn er voor de nabije toekomst vissers die zo zachtjes aan wat vaker thuisblijven als hun zonen het stokje overnemen, of misschien zijn er wel die stoppen, nu vissen door alle regelgeving en landjepik op zee, voor steeds meer familiebedrijven geen haalbare kaart meer is. Laten die praktijkmannen de stadse ngo-fabels dan met hun kennis en ervaring van repliek dienen. Voor het te laat is, en vissers zelf de meest bedreigde soort zijn.

EMK-vissers via Facebook

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *