Onderzoek naar Kabeljauw bestanden in Noordzee moet beter
2 min readSchippers en vertegenwoordigers van de visserijsector uit visserijlanden rond de Noordzee zijn overeengekomen samen te werken aan verbetering van wetenschappelijke onderzoeken naar Kabeljauw bestanden in Noordzee.
Vertegenwoordigers van de visserijsector uit de Shetland-eilanden, Schotland, Denemarken, Noorwegen en Engeland zijn onlangs in Kopenhagen bijeengekomen om te praten over de wanverhouding tussen de quota waarmee zij op zee worden geconfronteerd, nu de vaartuigen in tegenstelling tot de huidige officiële ramingen grote kabeljauwbestanden aantreffen.
Uit de besprekingen kwam een unaniem beeld naar voren van een overvloedig kabeljauwbestand dat zich over de hele Noordzee en daarbuiten uitstrekt.
Kabeljauw is doorgaans de meest waardevolle vangst voor de rondvisvloot van de Shetland-eilanden, en ondanks de overduidelijke sterkte van het bestand zijn de Noordzeequota voor deze soort in slechts drie jaar tijd met 70% verlaagd omdat wetenschappelijke onderzoekers er niet in slagen dezelfde hoeveelheid vis te vangen die door de vissers wordt aangetroffen.
Slechte wetenschappelijke gegevens leiden tot quota-aanbevelingen die in geen verhouding staan tot de hoeveelheid vis op de visgronden.
De jaarlijkse wetenschappelijke bestandsbeoordelingen van de Schotse regering moeten dringend worden hervormd, waarbij twijfel rijst over het vistuig, de vistijd en de locaties die worden gebruikt om de grote van het kabeljauwbestand vast te stellen.
Alfred Fisker Hansen, schipper van Linette L-120, vertegenwoordiger van de Deense vissersvereniging, zei hierover het volgende: “Onze schepen vinden kabeljauw in hoeveelheden en in gebieden waar die al jaren niet meer is gezien. Nu de quota zo laag zijn, hebben we moeite om kabeljauw te vermijden en is het een verstikkende soort (choke species) geworden voor de hele Deense witvisvloot“.
August Fjeldskå van de Noorse Vissersbond en schipper van de Nesejenta AG-1-LS, zei: “Er is nu zoveel kabeljauw in Noorse wateren dat het moeilijk is om nog op andere soorten te vissen. We hebben een probleem en we moeten weten waarom de wetenschap geen oog heeft voor de enorme hoeveelheden kabeljauw – zodat dit kan leiden tot eerlijker quota“.
Vorige maand hebben schippers van de Shetland Fishermen’s Association en de Scottish White Fish Producers’ Association een begin gemaakt door de sector geleide bestandsbeoordelingen te onderzoeken – in een poging om het probleem van de gebrekkige wetenschappelijke gegevens aan te pakken.
James Anderson, voorzitter van de Shetland Fishermen’s Association en schipper van de Alison Kay (LK57), zegt hierover het volgende: “Nu hebben we internationale overeenstemming om samen te werken. De vissers zijn bereid om samen te werken met wetenschappers om de resultaten en aanbevelingen voor de quota realistischer te maken.”
“De huidige situatie op zee brengt economisch gezonde visserijbedrijven in gevaar. Ik vis al sinds het midden jaren ’80 en ik heb nog nooit zoveel kabeljauw rond de Shetland-eilanden gezien, we proberen deze te vermijden omdat de quota zijn verlaagd – maar dat is nu bijna onmogelijk zonder een onrendabele trip te maken en dure brandstof te verspelen. Het is moeilijk om dit als visser allemaal nog te begrijpen.”