Visserij.nl

Nieuws over de beroepsvisserij

Europese Commissie voor geleidelijke afschaffing van actief bodemvistuig

5 min read

Commissaris Sinkevičius begon zijn mandaat met de belofte dat hij een evenwicht zou bewaren tussen ecologische, sociale en economische factoren. De visserijsector vreest echter dat hij zijn ambtstermijn niet naar behoren zal afsluiten.

Het doel is duidelijk, een einde maken aan de bodemvisserij in Europa ten koste van de vloot en de daaraan verbonden bestaansmiddelen. Het selectief citeren van wetenschap en feiten, scheve interpretaties en vele beloften van een mooie toekomst worden als rechtvaardiging gebruikt. Maar de werkelijkheid is totaal anders: Miljoenenverliezen, duizenden getroffen gezinnen en tonnen verspilde vis.

De Commissie zal deze maand een actieplan voorstellen om bodemvistuig in 30% van onze zeeën te verbieden. Het afgelopen jaar heeft de EBFA aan de diensten van de Commissie solide wetenschappelijke gegevens voorgelegd waaruit blijkt hoe onze zeeën beter kunnen worden beschermd en tegelijkertijd een toekomst voor de vissers kan worden gegarandeerd en de voedselzekerheid kan worden gewaarborgd.

De Commissie heeft haar plicht verzaakt om een evenwicht tot stand te brengen tussen een eerlijke gezonde voedselproductie en de bescherming van het milieu en heeft in plaats daarvan ervoor gekozen de door de milieu-Ngo’s opgezette campagnes te volgen en een conclusie boven discussie en rede te stellen.

Het actieplan maakt deel uit van de EU-biodiversiteitsstrategie, die tot doel heeft tegen 2030 30% van de wateren van de Unie te beschermen, waarvan 10% onder strikte bescherming. Als economische sector die volledig afhankelijk is van de gezondheid van de oceanen, deelt de EBFA de noodzaak om onze zeeën te beschermen. De sector begrijpt echter niet, zoals uit de uitgelekte informatie blijkt, dat deze bescherming gepaard gaat met een geleidelijke afschaffing van actief bodemvistuig in alle bestaande beschermde mariene gebieden (MPA’s) tegen 2030, standaard en zonder rekening te houden met de behoeften van elke MPA.

Iván López van der Veen, voorzitter van de EBFA, verklaarde: “Deze aanpak staat in schril contrast met de wetenschappelijke benadering die de EBFA meermaals aan de diensten van de Commissie heeft gepresenteerd. De aanwijzing van MPA’s kan vele andere instandhoudingsmaatregelen omvatten die geen verband houden met de visserij, zoals de bescherming van zeevogels, zoogdieren of schildpadden. Waarom een verbod op een perfect gereglementeerde activiteit die geen gevolgen heeft voor de te beschermen habitat of soorten? Beperkingen moeten voortkomen uit een wetenschappelijke analyse van elke MPA, met inbegrip van de specifieke instandhoudingsbehoeften en de afwegingen die aan elke beperking verbonden zijn, zoals voedselzekerheid“.

De EBFA vraagt zich ook af wat een MPA is. De rechtsgrondslag en het nagestreefde beschermingsniveau in het kader van het toekomstige actieplan zijn niet duidelijk. In dit verband streeft het nieuwe verdrag inzake biologische diversiteit (CBD) – doelstelling 3 – ernaar te waarborgen en mogelijk te maken dat tegen 2030 ten minste 30% van de kust- en mariene gebieden doeltreffend in stand wordt gehouden en beheerd door middel van MPA’s en andere doeltreffende gebiedsgebonden instandhoudingsmaatregelen (OECM’s), terwijl waar nodig duurzaam gebruik in dergelijke gebieden wordt gewaarborgd, waarbij de rechten van lokale gemeenschappen worden erkend en geëerbiedigd. Bovendien vereisen de Natura 2000-richtlijnen een effectbeoordeling per geval en het nemen van maatregelen, zoals het sluiten van gebieden, alleen wanneer dit in gebieden van communautair belang (gekwalificeerd als MPA’s) gerechtvaardigd is. Het GVB gaat in dezelfde richting en schrijft voor dat instandhoudingsmaatregelen verenigbaar moeten zijn met sociaaleconomische en productiedoelstellingen.

De EBFA beschouwt het standaardverbod op mobiel bodemvistuig in MPA’s derhalve als een doelstelling die duidelijk onevenredig is, niet gerechtvaardigd is, niet gebaseerd is op de beste beschikbare wetenschappelijke gegevens en in strijd is met de internationale verbintenissen. Deze vereenvoudigde beheers aanpak volgens het beginsel “geen contact met de bodem in MPA’s” gooit de noodzaak van wetenschappelijke gegevens en bewijzen, die fundamenteel zijn voor de beleidsvorming, overboord.

Bovendien is het kennelijke voornemen van de Commissie om de getroffen vaartuigen toe te staan “ergens anders te vissen” eveneens zorgwekkend, aangezien dit de productiedaling duidelijk niet zou compenseren. Het zou leiden tot verplaatsingsproblemen en spanningen op zee, verhoogd brandstofverbruik, ontoegankelijkheid van de doelsoorten en ongewenste gevolgen voor het beheer van de betrokken visserijtakken en gebieden. “Schepen vissen in een gebied niet in een opwelling, maar omdat het daar in alle opzichten efficiënter kan“, aldus de heer López.

Volgens de diensten van DG MARE zijn momenteel 13 105 vissersvaartuigen met 40 500 vissers actief in MPA’s. In 2019 hebben EU-vaartuigen 124 103 ton vis uit deze gebieden aangeland. Een mogelijk verbod op bodemvistuig in de huidige MPA’s (10%) kan een algemeen economisch effect van ongeveer 870 miljoen euro per jaar hebben. Ook het verlies aan banen in de visserijgemeenschappen (inclusief nevenactiviteiten aan land) zal gevolgen hebben voor 8 700 extra huishoudens. Deze aantallen moeten ten minste met een factor 3 worden vermenigvuldigd aangezien de totale door MPA’s bestreken oppervlakte in de Europese wateren tegen 2030 zal toenemen van 10% tot 30%.

Iván López van der Veen, voorzitter van EBFA, verklaarde: “Samen met andere stukken wetgeving zoals de Natuurherstelwet, de Deep-Sea Access Verordening, het effect van offshore windmolenparken en Brexit, komt het actieplan als een nieuwe nagel aan de doodskist van de bodemvisserij in Europa. Wij staan ook argwanend tegenover het gebrek aan een even assertief optreden van de Commissie ten aanzien van andere actoren: bodemverontreiniging, olie, gas en offshore-windmolenparken. In het algemeen worden deze over het hoofd gezien, terwijl de sector die eigenlijk afhankelijk is van de gezondheid van de oceanen terzijde wordt geschoven. Het is alsof ze ongemakkelijke getuigen willen elimineren“. De EBFA herinnert eraan dat Europa al sterk afhankelijk is van de invoer van witvis die wordt gevangen door bodemtrawlers uit derde landen.

De heer López concludeerde: “70 % van de in Europa geconsumeerde vis wordt ingevoerd. Het actieplan zou de (zee)voedselzekerheidskloof alleen maar vergroten ten gunste van landen als Rusland of Noorwegen die op de oude voet doorgaan en, zacht uitgedrukt, de EU het leven zuur maken. Het zal ook de druk op het milieu van ontwikkelingslanden en hun voedselsystemen doen toenemen naarmate meer vis naar onze markten wordt verlegd om de leegte op te vullen die door een afnemende EU-vloot wordt achtergelaten. De doorwerking en de substitutie-effecten van deze maatregel zijn genegeerd. De commissaris lijkt zijn mandaat te zijn vergeten om de rentabiliteit van de vloot te handhaven en de voedselproductie in de EU te maximaliseren, zoals duidelijk is bepaald in het GVB en de oprichtingsverdragen van de EU“.

Download hier het persbericht door EBFA, Brussel, 1 Februari 2023

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *