WUR: Meeste doelsoorten voor Nederlandse visserij gezond
5 min readDe belangrijkste visbestanden voor de Nederlandse visserij in de Noordzee staan er goed voor volgens de Internationale Raad voor Onderzoek der Zee (ICES).
In december stelt de Europese Raad van Visserijministers de nieuwe vangstquota vast voor 2025, waarbij de vangstadviezen van ICES een belangrijke rol spelen.
Haringbestand gezond, lagere recente aanwas leidt tot lager vangstadvies
Naar schatting zwemt in 2024 ruim 1,4 miljoen ton volwassen haring in de Noordzee, het Kattegat, het Skagerrak en het oostelijk deel van het Kanaal. Het haringbestand is gezond, en bevindt zich al meer dan tien jaar boven het streefniveau voor duurzame lange termijn vangst (MSY, maximaal duurzame oogst). De visserijdruk blijft laag en ligt sinds 1996 onder het MSY-streefniveau. Op basis van de MSY-benadering adviseert ICES voor 2025 een haringvangst in deze gebieden van 412.383 ton, waarvan 400.909 ton bestemd is voor menselijke consumptie en 11.474 ton voor industriële visserij. Deze afname is een gevolg van een lagere aanwas van jonge haring in 2022 en 2023, die nu lager blijkt uit te vallen dan vorig jaar werd geschat.
Nieuwe rekenmethodiek toont gezond tongbestand; sterke stijging in vangstadvies
Vorig jaar gaf ICES een historisch laag vangstadvies voor tong, vanwege problemen in het model voor bestandsschatting. De grote onzekerheden in de resultaten van deze schatting leidden toen tot een neerwaartse correctie van de bestandsgrootte. In het afgelopen voorjaar is de methode voor bestandschatting van het tongbestand grondig geëvalueerd in een benchmarkproces.
Zowel de gegevens (vangststatistieken, natuurlijke sterfte, onderzoeksindices) als de berekeningsmethoden zijn aangepast, waardoor het model is herzien. Deze verbeteringen hebben de noodzaak voor een correctie overbodig gemaakt.
Uit de nieuwe schatting blijkt dat het volwassen tongbestand in de Noordzee tussen 2018 en 2021 toenam door sterke aanwas in 2018, gevolgd door gedeeltelijke afname. Sinds 2020 blijft het bestand echter boven het veilige voorzorgsniveau. De visserijdruk is sinds 2016 aanzienlijk afgenomen en ligt sinds 2019 onder het MSY-streefniveau.
ICES adviseert voor 2025 een totale vangst van maximaal 10.196 ton op basis van de MSY-benadering. Dit is bijna een verdrievoudiging ten opzichte van vorig jaar, dankzij de verbeterde staat van het bestand volgens de nieuwe bestandschatting.
Scholbestand blijft zeer gezond en groeit verder door
Het scholbestand in de Noordzee en het Skagerrak schommelt net onder net onder de 900 duizend ton en ligt ruim boven het MSY-streefniveau. De visserijdruk ligt sinds 2007 onder het MSY-streefniveau en is vanaf 2019 verder afgenomen. Verwacht wordt dat de komende jaren het bestand nog verder zal groeien, ondersteund door sterke jaarklassen uit 2021 en 2022, samen met een lage visserijdruk. Voor 2025 adviseert ICES op basis van de MSY-benadering een totale vangst van maximaal 176.593 ton schol voor de Noordzee en het Skagerrak. Dit is een 14% toename ten opzichte van het advies en het vangstquotum van dit jaar.
Bijvangstsoorten tonen een divers beeld
ICES gaf ook vangstadviezen voor een aantal soorten die niet tot de belangrijkste doelsoorten van de Nederlandse visserij behoren, maar die wel van waarde zijn als bijvangst in de visserij op platvis (tarbot, griet, kabeljauw, wijting, zeebaars). In oktober worden adviezen verwacht voor Noorse kreeftjes (langoustines), een andere waardevolle soort.
Volwassen tarbotbestand iets gedaald, groei verwacht
In 2023 is de paaibiomassa van volwassen tarbot iets lager, maar de totale omvang van het bestand wordt iets hoger geschat vanwege een hogere aanwas van jonge vis in 2022 en 2023. Hierdoor wordt een toekomstige groei van het paaibestand verwacht. Sinds 2022 ligt de visserijdruk onder het MSY-streefniveau. Voor 2025 adviseert ICES een maximale totale vangst van 2.426 ton tarbot in de Noordzee op basis van de MSY-benadering.
Grietbestand neemt toe, maar aanlandingen blijven laag
De visserijdruk op griet in de Noordzee wordt sinds 2001 geschat onder het MSY-streefniveau te liggen, terwijl het paaibestand gezond blijft en boven het MSY-streefniveau verkeert. ICES adviseert een maximale vangst van 2.970 ton voor de Noordzee, het Kattegat, het Skagerrak en het Kanaal.
Herziene definitie voor kabeljauwbestand; bestand blijft nog steeds onder limietniveau
Recente biologische studies hebben aangetoond dat het kabeljauwbestand in de Noordzee en ten westen van Schotland is onderverdeeld in drie deelbestanden: het zuidelijke (zuidelijke Noordzee), noordwestelijke (noordwestelijke Noordzee en ten westen van Schotland) en Viking (noordoostelijke Noordzee) bestand. Deze drie deelbestanden worden nu samen beoordeeld als het Northern Shelf kabeljauwbestand in één bestandsschatting model. Omdat de drie deelbestanden zich vermengen en samen worden gevangen in sommige visserijen, geeft ICES een gezamenlijk vangstadvies voor deze drie deelbestanden.
Het zuidelijke deelbestand verkeert in de slechtste toestand, met een populatieniveau onder het limietniveau dat de voortplanting bedreigd. Op basis van de MSY-benadering adviseert ICES een afname van 61% in de visserijdruk ten opzichte van 2024. Als voorzorgsmaatregel wordt dezelfde verlaging van de visserijdruk toegepast voor zowel het noordwestelijke als het Viking deelbestand in 2025, hoewel deze twee deelbestanden gezond zijn. Dit resulteert in een vangstadvies van 19.321 ton, wat 15% lager is dan het gecombineerde advies van 2023 en 38% lager dan het vastgestelde vangstquotum voor 2024.
Het wijting bestand blijft groeien
Het wijting bestand in de Noordzee en het oostelijke deel van Het Kanaal is de afgelopen vijf jaar enorm gegroeid, en bevindt zich al enkele jaren ruim boven het MSY-streefniveau. De visserijdruk ligt al bijna dertig jaar onder het MSY-streefniveau. Op basis van de MSY-benadering adviseert ICES een totale vangst van 237.008 ton wijting.
Zeebaars blijft boven het limietniveau, maar herstel is gestagneerd
Het bestand van volwassen zeebaars in de zuidelijke en centrale Noordzee, Ierse Zee, Het Kanaal, Bristol Kanaal en de Keltische Zee wordt geschat op 13.158 ton. Dit is boven het limietniveau, waarbij de voortplantingscapaciteit in gevaar is. Het bestand bevindt zich echter nog wel onder het voorzorgsniveau voor een gezond bestand. Sinds 2013 is de visserijdruk aanzienlijk afgenomen, ruim onder het MSY-streefniveau, wat heeft geleid tot een groei van het bestand in de afgelopen jaren. De aanwas is echter al sinds 2008 laag, wat waarschijnlijk heeft bijgedragen aan de trage groei. Op basis van de MSY-benadering adviseert ICES een totale vangst van 2.776 ton.
Advisering door ICES
ICES schat elk jaar de bestanden en de visserijdruk en adviseert de Europese Commissie over vangstlimieten om de doelen van het Gemeenschappelijke Visserijbeleid te bereiken. Het beleid streeft naar het behalen van de maximaal duurzame oogst (MSY), wat de hoogst mogelijke oogst op de lange termijn betekent van visbestanden.
ICES heeft advies uitgebracht voor meer dan zestien visbestanden in de Noordzee. De Europese Commissie maakt vangstafspraken voor een aantal gezamenlijk beheerde bestanden met Noorwegen en sinds de Brexit ook met het Verenigd Koninkrijk.
Op 28 juni presenteren onderzoekers van Wageningen Marine Research de visserij-adviezen van ICES aan het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de visserijsector en maatschappelijke organisaties.
Tabel: Ontwikkelingen paaibestanden en visserijdruk, en ICES-advies voor 2025 (in tonnen) voor vissoorten die belangrijk zijn voor de Nederlandse visserij.
Nieuwsbericht Wageningen University en Research 28 juni 2024.