Visserij.nl

Nieuws over de beroepsvisserij

Kleine winst voor Nederlandse zeevisserij, verlies in mosselsector

5 min read

De Nederlandse zeevisserij heeft in 2024 een bescheiden positief resultaat behaald. Volgens voorlopige cijfers is een nettowinst van bijna 20 miljoen euro gerealiseerd. Daarentegen leed de mosselsector een verlies van circa 12 miljoen euro.

De financiële zorgen in de sector zijn daarmee nog niet van de baan. Gebrek aan financiële ruimte en onzekerheid voor de lange termijn belemmeren investeringen in innovatie, modernisering en vernieuwing van de vloot. De vloot veroudert daardoor verder.

Kottervisserij: winst, maar onvoldoende voor vernieuwing

De kottervloot sloot 2024 af met een positief nettoresultaat van circa 15 miljoen euro. Dat is een duidelijke verbetering ten opzichte van het verlies van bijna 11 miljoen euro in 2023. De boomkorvisserij realiseerde ruim 8 miljoen euro winst, de garnalenvisserij ruim 7 miljoen euro en de flyshootvisserij 1 miljoen euro. Alleen de bordentrawlvisserij sloot af met een verlies van ongeveer 1 miljoen euro. De economische prestaties waren in 2024 algemeen voor de kottervloot beter dan in het jaar ervoor.

De gemiddelde leeftijd van de kotters is hoog, waardoor er nauwelijks nog op de schepen wordt afgeschreven. Het positieve resultaat in 2024 is onvoldoende om de noodzakelijke vlootvernieuwing te financieren.

Opbrengst en aanvoer stijgen

De totale opbrengst van de kottervloot bedroeg in 2024 circa 206 miljoen euro, een stijging van 16% ten opzichte van 2023 (177 miljoen euro). Vooral de garnalenvisserij kende een forse toename: met 69 miljoen euro lag de opbrengst 73% hoger dan het jaar ervoor. Ook flyshoot- en bordentrawlvisserij zagen de opbrengst met 8% stijgen. De boomkorvisserij kende echter een daling van 5%.

De totale aanvoer in levend gewicht van de kottervloot steeg met 12% naar 38 miljoen kilo Dat is nog steeds fors lager dan gemiddeld in de tien jaar ervoor (72 miljoen kg). In 2024 steeg de aanvoer van garnalen aanzienlijk, met 65% naar ruim 12 miljoen kilo. De aanvoer van de belangrijkste platvissoorten, tong en schol, daalden naar respectievelijk bijna 3 miljoen kg en ruim 6 miljoen kg (-6% en -21%).

Sinds 2015 is een algemeen dalende trend waarneembaar in de aanvoer van vis (exclusief garnalen) per pk-dag. In 2024 was dit 1.362 kg, tien jaar eerder was dit nog 2.038 kg, een afname van 33%. In de garnalenvisserij is deze trend ook waarneembaar, maar varieert de aanvoer per jaar sterk. Er is sprake van meer pieken en dalen.

In het lopende jaar 2025 (eerste kwartaal) kwam de opbrengst van de kottervisserij uit op bijna 46 miljoen euro, 8% hoger dan in diezelfde periode in 2024 (42 miljoen euro). De aanvoer nam toe met 12%. Met name de aanvoer van tong (+20%), schol (+6%) en wijting (+31%) was hoger dan in 2024. De aanvoer van garnalen was 30% lager dan in dezelfde periode in 2024.

Vlootomvang en inzet bleven nagenoeg gelijk

Het aantal kotters daalde licht naar 212 schepen, met een afname in motorvermogen van 3.000 pk tot 135.000 pk. Twintig jaar geleden telde de vloot nog 367 kotters.

De inzet van de kottervloot kwam in 2024 uit op ruim 31.100 zeedagen, nagenoeg even veel als in 2023 (ruim 30.500). Vooral in de garnalenvisserij nam de inzet toe, tot 16.300 zeedagen (2023: 14.800). In de flyshootvisserij nam de inzet toe tot 3.300 zeedagen (2023: 3.200) en in de bordentrawlvisserij naar 3.900 zeedagen (2023: 3.700). In de boomkorvisserij daalde de inzet juist, naar 7.500 zeedagen (2023: 8.800).

In het eerste kwartaal van 2025 was de inzet in de kottervloot met 7.400 zeedagen ongeveer 11% hoger dan in het eerste kwartaal van 2024. In de garnalenvisserij was de inzet in dezelfde periode nagenoeg gelijk.

Grote zeevisserij: verlies vermindert

De grote zeevisserij boekte een verlies van 4 miljoen euro in 2024, een verbetering ten opzichte van 9 miljoen euro verlies in 2023. De opbrengst steeg met 8% tot 107 miljoen euro, en de aanvoer groeide met 13% tot 236 miljoen kilo. De inzet in zeedagen nam toe met 11%. De vloot bleef gelijk met acht actieve trawlers.

Overige kleine zeevisserij: winst toegenomen

De overige kleine zeevisserij behaalde in 2024 een positief resultaat van 9 miljoen euro (2023: 5 miljoen euro), met een opbrengststijging naar 29 miljoen euro (+19%). De aanvoer bedroeg ruim 21 miljoen kg (+15%) en bestond voornamelijk uit schelpdieren, zeebaars en harder en in mindere mate uit tong, garnalen, kreeft en krab.

De categorie ‘overige kleine zeevisserij’ bestaat uit een verzameling van diverse, sterk van elkaar verschillende vaartuigen en visserijmethoden. Omdat het aantal vaartuigen van enkele onderdelen van deze vloot te klein is om afzonderlijk over te rapporteren, zijn al deze visserijen samengevoegd tot één groep. Met 433 vaartuigen bleef de omvang in 2024 nagenoeg gelijk. Er is met 218 vaartuigen actief gevist; ook vaartuigen met erg weinig zeedagen (vanaf één zeedag) zijn hierin meegenomen. De totale inzet nam toe met 3% tot 3.700 zeedagen.

Mossel- en oesterkweek: aanzienlijk verlies mosselkweek

De mosselkweek sloot het seizoen 2024/2025 af met een geschat verlies van 12 miljoen euro, na een winst van 6 miljoen euro in het voorgaande seizoen. De opbrengst daalde van 54 naar 36 miljoen euro, terwijl de aanvoer kromp van 33 naar 21 miljoen kilo. De gemiddelde prijs per kg steeg licht (+5%). Het aantal mosselschepen daalde van 45 naar 42.

De oestersector bestaat uit een beperkt aantal bedrijven, die verschillend van type zijn. Een aantal daarvan zijn geïntegreerde bedrijven. Daarom is het voor de oesterkweek niet mogelijk om economische resultaten te bepalen. Volgens het CBS werden in 2023 15,4 miljoen Japanse oesters en 1,3 miljoen platte oesters aangevoerd. De vloot bestond uit 22 schepen.

Handel: lichte groei in export en import

In 2024 steeg de exportwaarde van vis met 3% tot 6,4 miljard euro. Ook het exportvolume groeide met 5%. De importwaarde steeg met 4% tot 5,2 miljard euro; het volume nam zelfs met 11% toe.

Aanvoer, import en export

De aanvoer van verse Noordzeevis in Nederland neemt al jaren af, mede door een krimpende nationale vloot. De Nederlandse visverwerkende- en visgroothandelssector importeert vanuit de gehele wereld vis en schaal- en schelpdieren. In de afgelopen jaren is de import van vis verder toegenomen, met name vanuit de aquacultuur.

De EU blijft met 80% de belangrijkste afzetmarkt. Duitsland, Frankrijk, België, Spanje en Italië zijn de grootste afnemers binnen de EU. Buiten de EU zijn Nigeria en Egypte belangrijke exportmarkten voor diepgevroren pelagische vis. Ter illustratie: in 2023 werd slechts 10 miljoen kg schol geëxporteerd, tegenover 105 miljoen kg zalm. In 2014 waren deze volumes nog vrijwel gelijk.

Vooruitzichten en uitdagingen

De Nederlandse vissector ondervindt gevolgen van internationale spanningen die logistieke uitdagingen met zich meebrengen. Een andere uitdaging is het tekort aan personeel. Bedrijven aan de wal investeren daarom in automatisering en robotisering.

{{Elk jaar presenteert Wageningen Social & Economic Research de economische cijfers van de visserijsector tijdens ‘Visserij in Cijfers’. Dit jaar vond de bijeenkomst plaats in Scheveningen op vrijdag 4 juli. Bekijk het volledig overzicht van de cijfers op visserijincijfers.nl.}}