Visserij.nl

Nieuws over de beroepsvisserij

Nieuwe studie: Misverstand over microplastics in vis

2 min read

Verse vis uit de Noordzee, foto Nederlands visbureau.

Visproducten hebben volgens een nieuw wetenschappelijk rapport onevenredig veel aandacht gekregen in de media over microplastics, ondanks het bewijs dat de consumptie van vis en schaaldieren niet de belangrijkste bron van menselijke blootstelling is.

Onderzoekers van de Heriot-Watt University en internationale partners hebben ontdekt dat meer dan 70 procent van de wetenschappelijke en media-aandacht voor microplastics in voedsel gericht is op visproducten. Dit draagt bij aan de publieke perceptie dat het eten van vis het grootste risico vormt, wat ertoe leidt dat consumenten hun visconsumptie verminderen.

De bevindingen zijn gepubliceerd in Environmental Science & Technology Letters. In een verklaring zei hoofdauteur professor Ted Henry van de Heriot-Watt University: “In werkelijkheid worden mensen veel meer blootgesteld aan microplastics via binnenlucht en stof.

Een eerdere studie meldde dat de aanwezigheid van microplastics in mosselen lager was dan de hoeveelheid microplastics die een typisch huishouden tijdens het avondeten op zijn bord krijgt. Wij hebben gekeken naar meldingen van blootstelling aan plastic deeltjes uit verschillende bronnen.

Visproducten, waaronder mosselen, oesters en vissen zoals zalm en kabeljauw, kunnen 1-10 microplasticdeeltjes per dag bijdragen, wat consistent is met ander voedsel, zoals zout, honing en kip. Het drinken van water uit een fles levert naar schatting 10-100 deeltjes per dag op, en blootstelling aan binnenlucht zorgt voor een aanzienlijk hogere blootstelling: 100-1000 deeltjes per dag.

Er is minimaal bewijs dat microplastics een gezondheidsrisico vormen. Het bewijs dat we hebben, geeft aan dat plasticdeeltjes gemakkelijk door het spijsverteringskanaal gaan en het lichaam verlaten.

Hoewel er percepties zijn dat giftige stoffen die verband houden met plasticdeeltjes gezondheidsrisico’s kunnen opleveren, zijn er aanwijzingen dat de concentraties in werkelijkheid buitengewoon laag zijn in vergelijking met andere bronnen.”

De bevindingen zijn gepubliceerd in Environmental Science & Technology Letters.