Schippers van Wiron span signaleren veel aanwas
3 min readTerwijl vanuit Noorwegen over de weg de nodige partijen maatjesharing al ons land zijn binnengebracht, arriveerden zondagmiddag 6 juni de SCH-22 ‘Wiron 5’ en de SCH-23 ‘Wiron 6’ van rederij Jaczon met de eerste echte Hollandse Nieuwe. De beide trawlers hadden er een lange stoom vanaf de 58ste breedtegraad op zitten.
Door: W.M. den Heijer
Bij binnenkomst werden de beide Katwijkse schippers Wim Ouwehand en Maart van Rijn verwelkomd door de directie van het haringverwerkend bedrijf Jac. den Dulk & Zonen, de afnemer van de vangst van het Wiron-span. In de brug van de SCH-22 vertelt Wim Ouwehand aan Wim van Groningen het verloop van de reis en zijn eerste bevindingen met betrekking tot de smaak van de Hollandse Nieuwe.
Wim Ouwehand onder het genot van een zelf gevangen harinkje: “Vorig jaar hebben we bij het begin reeds een sublieme kwaliteit gehad en we wisten dat een herhaling een droom zou zijn. We haalden ze toen op de 57ste weg. Daar zijn we nu ook begonnen, maar, in tegenstelling tot wat de biologen beweerden, kwamen we daar massa’s kleine haring tegen. Nog niet geschikt voor de markt.
We zijn daarna geleidelijk aan de noord in getrokken en op de 58ste bleek het raak te zijn. Daar zagen we ook de Noren en enkele Zweedse trawlers hun geluk beproeven. Met Wim van Groningen heb ik regelmatig contact, want die krijgt de vangstopgaven van de Noren zodra zij hun haring aanvoeren en daarin staat belangrijke informatie, zoals vetgehalte en vangstlocatie. Dan heb je een beetje een indicatie. Overigens varen Maart en ik onze eigen koers. Op zo’n 70 tot 75 mijl oost-noordoost van de Schotse vissersplaats Peterhead hebben we de beste trekjes gedaan en ik moet toegeven; ze smaken goed.”
Ouwehand, heeft evenals zijn collega-schipper Maart van Rijn, geen goed woord over voor de biologen. “We hebben dit jaar 5 procent minder gekregen, maar onlangs gaven de biologen toe dat er plotseling veel aanwas rondzwemt. Wij hebben daar niks aan, want die 5 procent krijg je niet zomaar terug ofschoon het wel terecht zou zijn. Ze beseffen niet dat er ook nog geld mee gemoeid is.
Verder twijfel ik sterk aan de effectiviteit van het onderzoek. De onderzoekers gebruiken geen sonar. Nou, als je zonder sonar wil gaan vissen, kun je beter van zee afgaan. Die sonar geeft ontzettend veel informatie en een goed beeld van wat er zoal rondzwemt. De onderzoekers zouden meer waarde moeten hechten aan van wat wij in de praktijk signaleren. Maar ja, wij worden niet geloofd”, aldus de Katwijkse schipper van de SCH-22.
Volgens Wim Ouwehand hebben de biologen er naast gezeten met hun bestandsopnamen. Ouwehand hierover: “Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt. Het is van de zotte als je met een korting geconfronteerd wordt terwijl er volop haring aanwezig is.” Wim van Groningen van Jac. den Dulk & Zonen hoort het allemaal aan en beaamt de zorg van de beide schippers van het Wiron-span. “Vijf procent minder betekent ook minder volume in handel en dan te weten dat die mannen genoeg haring waarnemen. Het is een beetje zuur voor ons allemaal”, voegt Van Groningen er nog fijntjes aan toe.
Schipper Wim Ouwehand, met links zijn trotse kleinzoon, en Wim van Groningen van Jac. den Dulk & Zonen proeven de eerste Hollandse Nieuwe in het stuurhuis van de SCH-22. (Foto W.M. den Heijer)