Visserij.nl

Nieuws over de beroepsvisserij

Politiek akkoord vangstmogelijkheden Oostzee voor 2026

1 min read

Vangstmogelijkheden voor 2026 in de Oostzee

De Raad van de Europese Unie heeft vandaag een politiek akkoord bereikt over de vangstmogelijkheden voor 2026 in de Oostzee. Het besluit legt nieuwe beperkingen op voor de vangst van de belangrijkste visbestanden, waaronder haring, sprot, kabeljauw, zalm en schol. Het doel is om zowel duurzame visbestanden als een toekomstbestendige visserijsector te waarborgen.

Het akkoord, dat de totaal toegestane vangsten (TAC’s) en nationale quota voor 2026 bepaalt, is grotendeels in lijn met het wetenschappelijk advies van de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES). Dit betekent dat de maximale hoeveelheden vis die elke EU-lidstaat mag vangen, per visbestand zijn vastgesteld, op basis van wetenschappelijke gegevens.

De EU-ministers van Visserij hebben een evenwicht proberen te vinden tussen milieu- en sociaaleconomische overwegingen. De nadruk ligt op het waarborgen van duurzame visserij, terwijl tegelijkertijd het levensonderhoud van mensen die werkzaam zijn in de visserijsector wordt ondersteund.

Met dit akkoord zet de EU een belangrijke stap in de richting van een duurzame toekomst voor de Oostzeevissers.

De quota/ wijzigingen in de Oostzee voor 2026 zijn:

Kabeljauw in het westelijke deel van de Oostzee: 266 ton bijvangst (ongewijzigd)

Kabeljauw in het oostelijke deel van de Oostzee: 430 ton bijvangst (ongewijzigd)

Haring in het westelijke deel van de Oostzee: 788 ton voor bijvangst* (ongewijzigd)

Haring in de centrale Oostzee: 96.463 ton (+15 procent)

Haring in de Golf van Riga: 34.367 ton (-17,5 procent)

Haring in de Botnische Golf: 39.108 ton (-41 procent)

Sprot: 201.975 ton (+45 procent)

Schol: 10.973 ton (-3 procent)

Zalm: 25.537 stuks (-27 procent)

Zalm in de Finse Golf: 10.232 (+1 procent)